Isabelle Fremeaux – We are nature, defending itself
Hoe verbeelding activisme verbreedt en vooruit stuwt
Isabelle Fremeaux omschrijft wat zij doet als artivism: het samenbrengen van verbeelding en activisme om iets nieuw te creëren. Het concept is geboren in de praktijk van het activisme en van de frustratie dit dit opriep, zelfs bij een geslaagde actie. Immers de vraag die dan om de hoek loert is: hoe kunnen we vermijden dat het activisme beperkt blijft tot een eenmalig gebeuren? Hoe kunnen we voorkomen dat alle deelnemers na de actie weer terugkeren naar business as usual en opnieuw meedraaien in het kapitalistisch systeem? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat activisme een transformerende kracht wordt waarin iets oplicht van die andere wereld waar we naar streven? Om dat artivism uit te bouwen, richtte Fremeaux samen met haar partner Jay Jordan het Laboratory of Insurrectionary Imagination (LABOFII) op, dat zich toelegt op het organiseren van participatieve processen in verzetsacties.
Fremeaux, een Franse journaliste die naar Londen verhuisde, schreef samen met Jordan het essay We are nature, defending itself. Daarin vertellen ze het verhaal van het verzet tegen het luchthavenproject Notre Dame des Landes in Bretagne, Frankrijk, een strijd die zes jaar lang heeft geduurd en die voor de auteurs een existentiële levenskeuze, een manier van leven is geworden.
Voor de luchthaven die in Notre Dame des Landes zou ontplooid worden -een luchthaven waar niemand om vroeg aldus de auteurs- zou een gebied van 4000 acres (1618 ha) ecologisch waardevol weide- en grasland moeten verdwijnen. Het eerste ontwerp zag al het licht in 1967 maar stootte op het verzet van boerenfamilies die de onteigening van hun grond weigerden. In 2000 werden de plannen terug opgediept maar niet zonder weerstand op te roepen. De uiteindelijke bezetting van de activisten, de inname van wat ze noemden de ZAD duurde van 2012 tot 2018. ZAD, in de officiële terminologie de afkorting voor zone d’aménagement differé (zone voor bestemmingswijziging), stond voor de activisten voor: zone à defendre; zone d’autonomie definitive. De ZAD werd de plek van de beleving, van comunity building, de plek die een “wij” is geworden, zoals de auteurs het beschrijven. Meer dan veertigduizend mensen ondersteunden er in al die jaren de acties en werden op een of andere manier deel van de ZAD.
Het gaat niet over het comfort van “een veilige plek”, van safe spaces, het gaat over het vorm geven van brave spaces, van moedige plekken. En moedige plekken balanceren op het creatieve kruispunt waar we het meest leren: niet in paniekzones maar ook niet in de comfortzone. In de zone daar tussenin.
Het essay vertelt een dubbel verhaal: het verhaal van het verzet tegen het luchthavenproject en het gevecht met de overheid en de ordediensten maar ook het creatieve proces van zonder blauwdruk maar in de dynamiek van het samenleven nieuwe vormen te bedenken om te wonen, in je onderhoud te voorzien en gemeenschap te vormen. Dat nieuwe ontwerp gaat uit van aandacht voor elkaar maar ook voor het landschap, want daar was het allemaal om te doen. Het is een proces dat nieuwe vormen van leren en kennen integreert en gevoed wordt door gezamenlijke rituelen. Dit alles samen creëert een nieuwe cultuur en zorgt ook voor een transformatie van al wie deelneemt aan dit proces. Het gaat over het zichtbaar maken van de hoop die in de actie groeit en het creëren van iets nieuws. Wat er in die beweging groeit, is niet zozeer een “compositie” maar eerder een “compostering”, aldus de auteurs: het vermengen en verteren van alles wat op die ene plek samenkomt en uitgroeit tot een gemeenschap.
Op die manier beweging maken, als een composteringsproces, is een risicovolle onderneming. Het gaat niet alleen over praten en ideeën lanceren, het gaat ook over doen en in praktijk brengen. Het gaat niet over het comfort van “een veilige plek”, van safe spaces, het gaat over het vorm geven van brave spaces, van moedige plekken. En moedige plekken balanceren op het creatieve kruispunt waar we het meest leren: niet in paniekzones maar ook niet in de comfortzone. In de zone daar tussenin.
Uiteindelijk werd na zes jaar intense strijd, veel spannende momenten en een volgende presidentsverkiezing, in januari 2018 het luchthavenproject afgevoerd. Enkele maanden later, in april, kregen de bezetters het bevel het gebied te ontruimen. Maar ook dit gebeurde niet zonder slag of stoot, na zoveel jaren van inzet en beslissende levenskeuzes. En ook dat was, voor al wie erbij betrokken was, niet het einde van de strijd. Iemand verwoordde het zo: ‘Wij zijn méér geworden dan wie we waren, we hebben onszelf overstegen.’
Inspiratie voor de actie vonden de auteurs en de actievoerders bij de zapatisten, maya-indianen uit Chiapas, Mexico, die in 1994 de strijd aanbonden tegen het neoliberalisme en jaarlijks “intergalacticos” organiseerden, internationale bijeenkomsten van activisme tegen de neoliberale globalisering. Ya Basta, “Genoeg!”, was het ordewoord van de zapatisten: genoeg onderdrukking en racisme, tijd voor actie! ‘Ieder neemt zijn ya basta en komt in beweging,’ zo klonk het op de intergalacticos. De zapatisten zelf vonden inspiratie in hun eigen mayacultuur, in hun mythes en verhalen, en in de ontelbare literaire, poëtische en politieke teksten die subcomandante Marcos de wereld instuurde. Maar elke beweging moet zijn eigen geschiedenis duiken en zijn eigen verhalen schrijven.
Alma De Walsche, lid van Oikos