Leonardo speelt gitaar – Een zoektocht naar duurzaam hout voor muziekinstrumenten

Leonardo Guitar Research Project

Muzikanten, ze staan niet meteen bekend als grote conservatievelingen, maar als het op materiaal aankomt, houden ze graag vast aan aloude succesformules. Een gitaar uit mahonie, palissander en ebbenhout klinkt en speelt nu eenmaal beter dan een exemplaar uit essen, berken of eiken, toch? Dat die tropische hardhoutsoorten steeds zeldzamer worden, geldt als een ongemakkelijke waarheid waar liefst zo luid mogelijk over gezwegen wordt. Het is dus opvallend dat het Centrum voor Muziekinstrumentenbouw (CMB) in Puurs – de belangrijkste Belgische instelling in de branche – een project trekt waarin ze onderzoekt hoe we duurzamere gitaren kunnen bouwen. Tijdens het paasweekend, op het tweejaarlijkse festival Cordefactum, stelde ze de resultaten voor.

 

Stukjes oerwoud in een gitaar

In hout zit muziek. Al millennialang gebruiken mensen hout om op te kloppen, om door te blazen, als klankkast, enzovoort. Ook nu nog worden voor al die zoetgevooisde klanken jaarlijks heel wat bomen gekapt – wellicht meer dan ooit tevoren. De instrumentenbouwindustrie is erg kieskeurig: het hout moet van goede kwaliteit, stevig en stabiel zijn. Dat is nodig omdat een muziekinstrument erg gevoelig is aan kleine imperfecties. Een ongelijkheid in het hout kan de intonatie grondig om zeep helpen of de bespeelbaarheid drastisch verminderen.

 

Vandaar dat de voorkeur vaak uitgaat naar tropisch hardhout. Palissander, ebben en dergelijke bezitten bijzonder goede eigenschappen en zijn dus erg geliefd. Dat het hout er bovendien goed uitziet, is mooi meegenomen. De populariteit heeft echter tot gevolg dat de bomen schaarser en schaarser worden. Veel houtsoorten die courant zijn in de instrumentenbouw staan op de CITES1-lijst van beschermde planten- en diersoorten en zijn in het wild erg zeldzaam. De handel is aan strikte voorwaarden onderworpen. Illegaal kappen van deze bomen is een reëel probleem.

 

Uiteraard is de muziekinstrumentenbouw niet de enige boosdoener voor de overexploitatie van deze tropische houtsoorten, en al zeker niet de grootste. Ook voor andere doeleinden, zoals meubelen, papier en bouwmateriaal zijn ze gegeerd. En wellicht vormt habitatverlies door de uitbreiding van het areaal voor landbouw en veeteelt eveneens een bedreiging. Bovendien is een muziekinstrument een vrij duurzaam object: het doet vaak tientallen, soms zelfs honderden jaren dienst. Ondanks deze nuanceringen is het de plicht van de sector om zijn ecologische voetafdruk te bestuderen en te verkleinen.

 

Leonardo

En dat is wat het CMB doet in het Leonardo Guitar Research Project. Het doel van dit project, dat door de Europese Commissie ondersteund wordt, is om op zoek te gaan naar alternatieven voor tropisch hardhout in de gitaarbouw. Cursisten en leerkrachten van de opleiding gitaarbouw maakten klassieke en akoestische gitaren2 van traditionele tropische houtsoorten en van inheems hout. Alle gitaren kregen hetzelfde bouwplan, zodat die factor geen invloed heeft op het eindresultaat. Elke bouwer voorzag twee instrumenten, een ‘tropisch’ en een ‘inheems’. Op die manier sluit men uit dat onderlinge verschillen tussen bouwers verantwoordelijk zijn voor eventuele kwaliteits- en klankverschillen.

 

Vervolgens ging men aan het testen. Muzikanten kregen verschillende gitaren in handen en moesten elk instrument beoordelen op klank. Ze deden dit in eerste instantie geblinddoekt. Bij de test waren ook luisteraars aanwezig, die van achter een gordijn de klankkleur moesten evalueren. Geen van de proefpersonen wist dus welke gitaar er bespeeld werd. De instrumenten kwamen telkens in duo (tropisch en niet-tropisch). De vraag was eenvoudig: welke van de twee klinkt het beste?

 

In deze eerste proef bleken de inheemse gitaren er even goed uit te komen als de tropische. Het is dus perfect mogelijk om een goed klinkende gitaar te maken uit kersen, populier, taxus of robinia (niet inheems maar een veel voorkomende exoot). Eén van de cursisten waagde het zelfs om een klankkast te vervaardigen uit papier.3 De gitaar kwam er regelmatig uit als de beste.

 

Dit resultaat is niet zo verwonderlijk: eeuwenlang gebruikten instrumentenbouwers het hout dat voorhanden was in eigen streek. Pas sinds de kolonisatie werd tropisch hardhout op grote schaal beschikbaar, en kon het langzaamaan de norm worden voor muziekinstrumenten. Wat wél eigenaardige resultaten opleverde, was de tweede proef. Opnieuw kregen muzikanten en luisteraars enkele gitaarduo’s voorgeschoteld, dit keer zonder blinddoek of gordijn. Wat bleek? De tropische gitaren kregen in 75% van de gevallen de voorkeur.

 

Luisteren met je ogen

Er is dus iets eigenaardigs aan de hand met ons beoordelingsvermogen van muziek. Om de kwaliteit van een instrument, een artiest of een muziekstuk te beoordelen, gaan we voor een groot deel af op onze ogen. Dirk Moelants, professor aan de Universiteit Gent en gespecialiseerd in cognitieve musicologie, verklaarde dit met een aantal voorbeelden die best onthutsend zijn.

 

Een eerste principe dat inzicht geeft in hoe ons brein omgaat met klank, is het McGurk-effect.4 Dat treedt op in bepaalde gevallen wanneer de visuele eigenschappen van een gesproken woord niet overeenkomen met de auditieve aspecten ervan. Zo kan het zijn dat je dezelfde klank gaat horen als ‘ba’ of als ‘va’, al naar gelang de lipbewegingen van je gesprekspartner. Dit kan verklaren waarom een gitaar die er goed (of herkenbaar) uitziet beter klinkt dan een gitaar uit onbekend, saai ogend hout.

 

Maar het gaat nog verder: soms beoordelen we muziek blijkbaar accurater wanneer we ze niet horen. In een experiment van Chia-Jung Tsay5 kregen proefpersonen beelden te zien van genomineerden voor een muziekwedstrijd. Ze moesten inschatten wie de wedstrijd zou winnen, op basis van videobeelden, klankopnames, of een combinatie ervan. De videobeelden waren een veel betere indicator dan de klankopnames: 50% voorspelde de winnaar op basis van de beelden alleen, slechts 25% op basis van enkel geluid. De meest eigenaardige uitkomst van het experiment? Wanneer de proefpersonen zowel beeld als klank kregen, lag de juistheid van de voorspellingen rond de 30% – lager dus dan met enkel beeld.

 

Vertaald naar de gitaren komt dit erop neer dat mensen (luisteraars en muzikanten) ervan overtuigd zijn dat een instrument van tropisch hardhout beter klinkt dan één uit alternatieve materialen. Een behoudsgezinde houding, waarvan de verantwoordelijkheid gedeeltelijk bij de industrie zelf ligt. Want zoals iemand uit de business het stelt: ‘We zijn er bijzonder goed in geslaagd om mensen te doen geloven dat een goede gitaar gemaakt is uit tropisch hardhout. Het wordt een grote uitdaging om ze van het tegendeel te overtuigen.’ Deze en andere muziekpsychologische kennis kan handig zijn om de markt langzaamaan te hervormen. Je zou bijvoorbeeld hout kunnen kleuren zodat het visueel meer weg heeft van de traditionele soorten.

 

Naar een duurzame instrumentenbouw

Of het nu uit milieu-overtuiging, experimenteerdrift of noodzaak is, veel bouwers gaan aan de slag met alternatieve materialen. Op Cordefactum gaf Adrian Lucas, een Engelse luthier die graag met recuperatiehout werkt daarover een interessante uiteenzetting. Deuren, kasten, raamkozijnen, … overal vindt hij wel kwalitatief hout om in zijn instrumenten te verwerken. En sommigen gaan nog verder: Taylor guitars, de grootste fabrikant van akoestische gitaren in de Verenigde Staten, bouwde in 1995 al een gitaar uit pallethout.

 

Er is dus hoop, maar toch blijven er nog heel wat uitdagingen. Naast de psychologie van de muzikant en de luisteraar/kijker zullen ook de aanvoerstromen van het materiaal moeten veranderen. De extra verwerkingstijd (en dus kost), maakt recuperatiehout wellicht enkel geschikt voor gebruik op kleine schaal. En ook naar de duurzaamheid van andere materialen (vooral metaal) die in muziekinstrumenten verwerkt zitten zou nog verder onderzoek kunnen gebeuren. Niettemin heeft de sector met de inzichten uit het Leonardo-project een mooie troef in handen op weg naar een duurzamere muziekinstrumentenbouw.

 

Meer info over het Leonardo Guitar Research Project vind je hier.

 

 

Voetnoten:

1. Convention of International Trade in Endangered Species.

2. Een klassieke gitaar heeft nylon snaren, een akoestische gitaar stalen. De vorm is gelijkaardig, maar door de hogere snaarspanning bij stalen snaren zijn er verschillen qua constructie.

3. De wanden en het achterblad van de klankkast werden opgebouwd uit ca. 40 lagen papier, met een polyurethaanhars als bindmiddel. Indien een ander product dan PUR gelijkaardige resultaten oplevert qua klank en stevigheid, kan dit een ecologisch alternatief voor hout zijn voor de klankkast. Voor de hals levert papier waarschijnlijk onvoldoende stevigheid.

4. BBC 2 maakte hierover een erg bevattelijk filmpje in de reeks ‘Is seeing believing?’ van het programma Horizon.

5. Het artikel vind je hier.

 

Auteur(s)

×
×

Winkelmand