‘Kies voor Hoop, Hoe spiritualiteit de economie kan veranderen’ – Luk Bouckaert

Boekbespreking Johan Malcorps ‘Kies voor Hoop, Hoe spiritualiteit de economie kan veranderen’

Luk Bouckaert, Garant, 2017, 153 p 

Een boek dat een indringend pleidooi brengt voor ethiek, maatschappelijk engagement en spiritualiteit in de economie en in de bedrijfsvoering van ondernemingen. Met het woordje ‘hoop’ in de titel van het boek verwijst de auteur dan niet zo zeer naar zuiver rationele hoop of verwachtingen (“espoir” in het Frans), maar naar ‘een perspectief van open staan voor wat komt, deel uitmaken van iets wat aan ons gebeurt’ (in het Frans “espérance”). Luk Bouckaert vertrekt vanuit een christelijk-personalistische visie en sluit nauw aan bij de gemeenschapseconomie van de Focolare-beweging. Hij is voor verantwoord ondernemen (MVO), maar wil ook stappen verder zetten. Als je echt wil breken met economie die verworden is tot een graaicultuur die roofbouw pleegt op de menselijke en ecologische omgeving, heb je een diepere bezieling nodig.

Nieuw denken vanuit de Toe-komst

We worden geconfronteerd met een reeks wereldproblemen die onoplosbaar lijken. Wetenschappelijke toekomstscenario’s, maar ook utopieën of dystopieën bieden onvoldoende perspectief. Misschien kan een drieslag van utopie, prognose en planning redding brengen. Maar dat kan maar vanuit een spiritueel zoeken naar oplossingen. Het kan door open te staan voor de toekomst, voor het principe van de hoop (tegen beter weten in). Het denken van de theoloog van de hoop Jürgen Moltmann schemert door. Met de ‘Theorie U’ van MIT-hoogleraar Otto Scharmer tekent Bouckaert een model uit van hoe een hele samenleving, maar ook bedrijven zich kunnen heruitvinden, her-bronnen. De “U”-curve geeft het verloop aan van een omslag waarbij men bestaande werkwijzen durft los te laten, in de leegte treedt en op het diepste punt contact maakt met de ‘Bron waaruit een toekomstig veld opkomt’(“presencing”), om dan een nieuwe visie uit te kristalliseren en nieuwe co-creatieve leef- en werkpatronen op te bouwen. Een soort van spirituele onderbouw zeg maar van het klassieke transitiedenken van Jan Rotmans en co, dat in Vlaanderen en Nederland de laatste jaren fel opgang maakt.

Radicaal kiezen voor participatie

Een stuk concreter is het voorbeeld dat hij geeft van de jonge Braziliaanse ondernemer Ricardo Semler die ervoor koos in zijn bedrijf radicaal verantwoordelijkheid te delegeren naar zijn werknemers, zodat er veel meer ruimte kwam voor verbeelding, creativiteit en werkplezier. Door op de werkvloer een ‘seven day weekend’ in te voeren, kon ook de productiviteit aanzienlijk verhoogd worden. Maar ook hier is de essentie om werknemers de kans te bieden open te staan voor nieuwe inzichten, om hen de kans te geven om “te dwalen in de toekomst” zonder een specifiek doel voor ogen te hebben.

Een dergelijke omslag is maar mogelijk als gekozen wordt voor een nieuw ‘kwetsbaar leiderschap’ en voor economische democratie. Hier volgt hij het pleidooi van Emmanuel Mounier, boegbeeld van het christelijk personalisme, voor financiële maar ook voor beleidsparticipatie van werknemers in ondernemingen. Als voorbeeld beschrijft hij de Spaans-Baskische coöperatieve Mondragon. En ook hier legt hij de band met spiritualiteit : een onderneming als gemeenschap van arbeidende personen kan niet anders dan in haar finaliteit democratisch zijn. Voor hem gaat het om een verdieping, een radicalisering van de bestaande bedrijfsethiek.

Gemeenschapseconomie

Ook de ecologische zorg geeft Bouckaert een nieuwe diepgang, door het ontwikkelen van een nieuwe visie op schaarste en spirituele soberheid. Hij leunt hier op de gemeenschapseconomie van de Focolare-beweging van Chiara Lubich en neemt het onderscheid over dat de Italiaanse economen Zamagni en Bruni maken tussen “positionele goederen” (die zorgen voor standing, luxe, afgunst) en “relationele goederen” (die te maken hebben met vriendschap, vertrouwen, wederkerigheid). Het principe van de wederzijdse gift ligt aan de bron van een radicaal alternatief voor een economie gebaseerd op steeds meer consumptie.

In het verlengde hiervan zoekt Bouckaert ook naar een diepere basis voor herverdelen. Ons model van sociale zekerheid verdient alle lof en steun. Maar de keuze om te delen berust voor hem ten gronde op een “Samaritaans appel”. Voor hem gaat de verdelende rechtvaardigheid van Rawls (vanuit een welbegrepen eigenbelang) niet ver genoeg. Net als andere christelijke denkers (Levinas, maar bijv. ook Illich) neemt hij de parabel van de barmhartige Samaritaan als model : belangeloze naastenliefde ingaand op een persoonlijk appel van een medemens. Hij benadrukt het belang van de relatie tussen mensen, van aangezicht tot aangezicht. Die persoonlijke relatie reikt veel dieper dan de solidariteit gegoten in sociale regelgeving.

Ten slotte pleit Bouckaert voor een vredeseconomie, waarbij hij in navolging van Johan Galtung uitgaat van een ruimer positief vredesbegrip. Hij verdedigt vrijhandel als substituut voor oorlog, de Europese (vrije) markten als alternatief voor de Europese ‘battlefields’. Maar hij gaat ook hier stappen verder : hij pleit met Galbraith voor een tegenkracht (“countervailing power”) tegen de destructieve invloed van multinationale ondernemingen. Ondernemingen die werken aan de vrede, hebben respect voor mensenrechten, voor alle stakeholders (en zeker de eigen werknemers) in plaats van enkel de shareholders, kiezen voor diversiteit, duurzaamheid en spiritueel leiderschap.

Een boek dat dieper durft te graven, nieuwe perspectieven van hoop plaatst tegenover uitzichtloze situaties in de politiek, maar ook in bedrijfsvoering. Soms misschien wat te theoretisch en beschouwend. Er mochten meer concrete voorbeelden gegeven worden, zoals bijv. van Vlaamse bedrijven die de principes van de gemeenschapseconomie toepassen.

Wat ook ontbreekt is een meer structurele hervorming van bedrijfsvoering en aansturing van bedrijven, zoals Christian Felber die schetst in ‘Ware Winst’, zijn boek over de gemene goed-economie. Het is zonneklaar dat er heel wat overlappingen zijn met de gemeenschapseconomie, of de bezielde economie zoals Bouckaert die voorstelt. Maar die verbindingen zullen nog moeten gelegd worden. De band met de coöperatieve beweging gaf Bouckaert wel reeds zelf aan, maar ook hier liggen nog meer kansen op een verfrissende synthese.

 

Johan Malcorps is Fractiesecrertaris van de Groen!-fractie in het Vlaams Parlement – voormalig parlementslid en politiek secretaris van Groen.   

×
×

Winkelmand