De wolven van Wall Street

‘De predatoren zijn nu plots zelf de prooi’ is te lezen in De Standaard van 29 januari. Pascal Paepen zegt : “het is populistisch om te zeggen dat shorters en hefboomfondsen per definitie slecht zijn. Ze kunnen een ‘corrigerende factor’ zijn op de beurs”. Ik begrijp de overtuiging niet van deze bekende en gewaardeerde beleggingsadviseur over dergelijk anoniem, ongereglementeerd verdienen van ‘geld met geld’.

Want een belangrijke vraag is natuurlijk of deze ‘corrigerende factor’ het bestaan van hedge funds/shorters/credit defaults etc. legitimeert. Ligt het probleem nu opeens bij de amateur-beleggers die ook een stukje van de taart willen en plots een revolte veroorzaken of ligt het probleem dieper?

De Amerikaanse filosoof Michael Sandel behandelt die vraag in zijn laatste boek ‘De tirannie van de verdienste’. Hij verwijst daarbij naar Rana Fooroohar (Financial Times) die reeds in 2016 in haar boek ‘Makers en Takers – the rise of finance and the fall of American Business’ schreef : “de belangrijkste graaiers in de economie van nu zijn diegenen die door financiële transacties enorme winsten opstrijken zonder iets bij te dragen aan de reële economie”*. Ook verwijst Sandel naar Adair Turner (London School of Economics) die in het LSE Report ‘The Future of Finance’ onthutsende cijfers brengt : slechts vijftien procent van de financiële stromen heeft betrekking op productief ondernemen. De rest zijn derivaten, is speculatie.

Sinds de bloei van het neoliberale kapitalisme, met onder meer de deregulering die tijdens het presidentschap van Bill Clinton werd toegestaan, is het percentage van financiële stromen dat productief bijdraagt continu gedaald. De morele en politieke implicaties van deze beslissing met dergelijk financieel handelen als gevolg zijn enorm. De beurs is voor een groot deel enkel en alleen een instrument van speculatie en niét van economische activiteit.

De financialisering heeft in de Verenigde Staten de ongelijkheid sterk vergroot. Geen wonder dus dat de ‘deplorables’ (dixit Hillary Clinton) ook een graantje willen meepikken. Bovenal leidt deze financialisering tot periodieke financiële crisissen (bv. 2008) die economische waarde vernietigen. De financiële sector helpt de economie niet meer, maar hindert eerder.

Rana Fooroohar zegt, hetgeen ik volledig beaam : “de werkelijke makers zijn de mensen die werken in de reële economie die ons nuttige goederen en diensten levert, alsook diegenen die investeren (met aandelen/leningen…) in productieve activiteiten”.  

Willen wij een transitie naar een gezond economisch leven, dan is het noodzakelijk dat geldstromen zich richten naar reële economische activiteiten. De rol en het nut van de beurs dient teruggebracht te worden tot datgene waarvoor ze dient, namelijk om vraag en aanbod van financiële middelen die nodig zijn in het bedrijfsleven voor de productie van goederen en diensten te regelen.

Tegelijk moeten we ons als burger de vraag stellen wat we met ons ‘spaargeld’ aanvangen, waar het kan bijdragen tot de reële economie. Goedmenende spaarders zoeken naar zinvolle beleggingen maar krijgen nauwelijks inzicht in de mogelijkheden. Er is geen transparantie, ze geven daardoor maar al te makkelijk carte blanche aan institutionele beleggers, pensioenfondsen enz. en zijn zich niet bewust van het feit dat ze bijdragen aan deze financiële handel. Zo lazen we onlangs in de krant dat het actieterrein zich nu focust op zilver. De hedgefondsen proberen dit te ontkennen, maar meteen hebben Belgische beleggingsadviseurs hun klanten gewaarschuwd dat hun posities mogelijk drastische koersveranderingen kunnen ondergaan. Het beperkt zich dus niet tot Wall Street maar het reikt tot onze eigen spaarders die hun centen ter goeder trouw toevertrouwen aan – jawel – vermogensbeheerders en fondsenbeheerders. 

De vraag stelt zich hoe Belgische spaarders en beleggers een correct beeld kunnen krijgen over het beleid van onze Belgische banken. In België is er de beweging ‘Move your Money’ en vooral de organisatie FAIRFIN die focust op het financieel systeem en de banken aanspreekt op hun beleid. Fairfin lichtte in 2020 de banksector door en publiceerde haar bevindingen in Bankwijzer XL*. Ze analyseert de ‘zieke’ activiteiten van de sector en geeft diverse aanbevelingen tot veranderingen. Belangrijk is de ranking die ze opmaakt op basis van de investeringen van de banken in de reële economie en hoeveel ze speculeren op de financiële markten. Voor spaarders en beleggers is dit een goede tool want daarin wordt weergegeven welke banken beschikken over duurzame spaarrekeningen, duurzame beleggingsproducten en /of duurzaam pensioensparen. Triodos Bank behaalt de hoogste score want duurzaam financieel beheer behoort ontegensprekelijk tot de missie van de bank. VDK-bank bekleedt de tweede plaats, zet stappen vooruit op weg naar een versterking van haar duurzaam beleid en levert inspanningen tot ondersteuning van de lokale economie.

×
×

Winkelmand