Wie en wat blokkeert de klimaatshift?

Joan Sullivan / Climate Visuals Countdown

Is er geen draagvlak voor de klimaatshift? Creëer dat draagvlak dan, schrijft Dirk ­Holemans.

In een opiniebijdrage lijstte Etienne Van Camp gisteren de obstakels op die volgens hem een klimaatshift in de weg staan (DS 3 augustus). Hierbij bespreekt de filosoof relevante zaken, zoals de ‘geruststellende verklaringen van het rationele risicomanagement’. Tegelijk focust hij in zijn analyse sterk op psychologische en indivi­duele factoren, met als uitschieter de verklaring dat ‘het systeem’ volgens hem ‘niets anders is dan de som van onze individuele reacties’. Vanuit dat perspectief blijven minstens vier ­cruciale obstakels buiten beeld die een klimaatshift blokkeren.

Allereerst kun je het functioneren van een samenleving niet begrijpen zonder te kijken naar de machts­verhoudingen. Bepaalde actoren hebben overmatige invloed op welke ­beslissingen worden genomen, of juist niet. En niet toevallig spelen olie- en gasbedrijven hier een belangrijke rol. Zo financierde het Amerikaanse oliebedrijf ExxonMobil in de jaren 70 hoogstaand klimaatonderzoek. Daardoor wist het heel goed wat voor nefaste gevolgen een klimaatverandering met zich zou meebrengen. Maar naar ­buiten deed ExxonMobil net het ­omgekeerde: nog in 1999 stelde de topman dat klimaatwetenschap ­‘gebaseerd is op pure speculatie’, en het ­bedrijf financierde campagnes om klimaatwetenschap in twijfel te ­trekken.

Ook bij de internationale klimaat­conferenties spelen die ongelijke machtsverhoudingen. Op de recentste klimaattop, in november vorig jaar in Glasgow, vormden lobbyisten van de brandstofindustrie de grootste ­delegatie. Die waren daar niet om te pleiten voor de noodzakelijke, erg ­ambitieuze klimaatdoelstellingen. Ze zagen er net op toe dat er geen bindende doelstellingen werden vastgelegd.

De mantra van het draagvlak

Een tweede cruciaal obstakel is overdreven rijkdom. De rijkste 1 procent van de wereldbevolking is goed voor meer dan 10 procent van de totale ­wereldwijde uitstoot. De 10 procent rijksten nemen bijna de helft van de uitstoot van broeikas­gassen voor hun rekening. Het is dus niet verwonderlijk dat wetenschappers in Nature waarschuwen voor de nefaste ecologische gevolgen van rijkdom.

Ook de politiek gaat niet vrijuit. Heel wat politici verschuilen zich achter de mantra van het ‘draagvlak’ om geen doortastend ecologisch beleid te voeren. Zo krijg je de laatste dagen de absurde situatie dat, terwijl meer en meer mensen zich oprecht zorgen maken over de extreme droogte en zich afvragen hoe ze kunnen ­­­bij­dragen, de kabinetschef van de Vlaamse minister van Milieu en ­Klimaat doodleuk zegt dat er geen ­indicaties zijn dat gazons sproeien geen goed idee zou zijn.

Zolang we de natuur beschouwen als een dood ­reservoir aan grondstoffen, zal de klimaatshift er nooit komen.

Het komt blijkbaar niet in die politici op dat het juist de taak is van politiek leiderschap om draagvlak te creëren. Dat doe je niet door mensen naar de mond te praten of je weg te steken achter nepargumenten. Kijk naar Duitsland. Daar zegt de minister voor Klimaat en Economie, Robert ­Habeck, elke dag waar het op staat – we staan voor barre tijden, moeten drastische maatregelen nemen – en hij is zowaar de populairste politicus in zijn land. In eigen land realiseerde de Gentse schepen Filip Watteeuw (Groen) een trendbreuk op het vlak van mobiliteitsbeleid – nooit eerder namen zoveel mensen er de fiets voor verplaatsingen. Hij werd er bij de verkiezingen in 2018 niet voor afgestraft, integendeel. Watteeuw kon trouwens verder bouwen op wat moedige politici voordien in Gent al hadden bereikt: als liberaal was gewezen schepen Sas Van Rouveroij eind jaren 90 zijn tijd (en zijn partij) ver vooruit, de socialistische burgemeester Frank Beke verraste destijds vriend en vijand door overal met de fiets te verschijnen.

De natuur is geen koopwaar

Ook de rol van dominante verhalen in onze samenleving is een belangrijk obstakel: hoe we naar de wereld ­kijken en erover praten. Zolang we de natuur beschouwen als een dood ­reservoir aan grondstoffen, verandering zien als een louter persoonlijke gedragswijziging, zal de klimaatshift er nooit komen.

De geschiedenis van de welvaartsstaat leert dat sociale verandering het resultaat is van collectieve strijd en publiek debat. 

De geschiedenis van de welvaartsstaat leert dat sociale verandering het resultaat is van collectieve strijd en publiek debat. Destijds pikten we bijvoorbeeld ook niet langer dat arbeiders rechteloze loonslaven ­waren. Vandaag zal de verandering er opnieuw pas komen na collectieve actie en effectieve strijd – dat hebben onder anderen Extinc­tion Rebellion en de klimaatjongeren goed begrepen. En ook de natuur is geen koopwaar, daarom is de discussie over de rechten van de natuur zo cruciaal. Alleen als we nieuwe ver­halen over de toekomst verbinden met hedendaagse vormen van collectieve strijd, stijgt de kans dat de ­klimaatshift er tijdig komt.

 Dit opiniestuk verscheen oorspronkelijk in De Standaard.

Auteur(s)

×
×

Winkelmand