Vorming voor asielzoekers mag geen eenrichtingsverkeer zijn

Vorming voor asielzoekers mag geen eenrichtingsverkeer zijn

Danny Wildemeersch is emeritus hoogleraar aan het Laboratorium voor Educatie en Samenleving van de KU Leuven en vrijwilliger bij het Lokaal Opvang Initiatief van het OCMW van Haacht.

De recente incidenten in Keulen op oudejaarsnacht brachten veel beroering teweeg over het gebrek aan respect van sommige vreemdelingen met een moslim-achtergrond voor westerse vrouwen. Hierop volgde de oproep van de staatssecretaris voor asielbeleid om in alle opvangcentra vormingscursussen te organiseren, waarbij onze westerse waarden en normen, in het bijzonder inzake gendergelijkheid, duidelijk worden gemaakt.

Geen probleem met vorming, wel integendeel. Ik ben er al mijn hele leven mee bezig, zowel als onderzoeker als in de praktijk. Maar de vraag is natuurlijk om welk soort vorming het gaat. Moeten we hen een lesje leren? Of zijn er andere manieren van vorming mogelijk?

Ik maak deel uit van een groep vrijwilligers van een Lokaal Opvang Initiatief (LOI) die op diverse manieren de integratie van de lokale asielzoekers ondersteunt. In dat kader verzorg ik wekelijkse conversatiemomenten, met het oog op het bevorderen van de kennis van het Nederlands en van onze cultuur. Vorige dinsdagavond lukte het maar niet om Nederlands te oefenen, samen met een mede-vrijwilliger. Eén van de aanwezige asielzoekers moest absoluut zijn verhaal kwijt, in het Engels. 

Op 12 november, één dag voor de aanslagen in Parijs op onder andere de Bataclan, in het Palestijnse vluchtelingenkamp Bourj el-Baranjeh, nabij Beiroet, werden bij twee zelfmoordaanslagen minstens 37 mensen gedood en 180 gewond. Eén man, vader van drie kinderen, wierp zich op de tweede terrorist, waardoor hij vele levens redde, ten koste van zijn eigen leven. De Westerse media maakten hiervan nauwelijks melding. 

Bourj el-Baranjeh is het kamp dat deze asielzoeker is ontvlucht. We zochten samen op het internet naar foto’s van dit kamp. Wat je ziet is onvoorstelbaar. Wikipedia bericht hierover: ‘De kampcondities zijn vreselijk; jaarlijks worden verschillende mensen gedood als gevolg van elektrocutie en instortende gebouwen’. Komt daarbij dat het kamp ‘bestuurd’ wordt door maffiabendes en bijkomend is er momenteel een enorme toename van Syrische vluchtelingen.

De geplande Nederlandse conversatie kon niet doorgaan. Wij kregen les van Nabil over de vreselijke omstandigheden die hij ontvlucht was, op zoek naar een beter leven. Hij wilde absoluut graag dat we naar hem luisterden. Er werd veel geleerd, alleen niet datgene wat op het programma stond.

Wanneer we vorming in eerste instantie opvatten als het verhaal van de meester die aan hen de westerse cultuur uitlegt, dan vernederen we hen. Dan laten we hen voelen hoe minderwaardig ze zijn

Deze ervaring is niet ongewoon. Vele begeleiders in opvangcentra, in centra voor basiseducatie, of bij inburgeringscursussen, maken hetzelfde mee. Mensen willen leren over de plek waar ze zijn terechtgekomen, over de taal en de cultuur en over de kansen om zich te integreren. Maar ze willen ook hun verhaal kwijt over de plek waar ze vandaan komen, over hun taal en cultuur en over hun verlangen om een nieuw leven te beginnen. 

Dergelijke vorming voor asielzoekers is geen eenrichtingsverkeer, waarbij de ‘meester’ uitlegt hoe de ‘leerlingen’ zich horen te gedragen, wat onze waarden en normen zijn en hoe ze zich hieraan moeten aanpassen. Willen we dat deze nieuwkomers zich inpassen in onze democratische samenleving, dan moeten we, in deze vormingsactiviteiten, ook laten zien hoe dergelijke democratische samenleving functioneert. Niet in de eerste plaats door de spelregels van de democratie uit te leggen, maar door deze spelregels in het gesprek met de asielzoekers in de praktijk te brengen. Dit wil zeggen: spreken en toegesproken worden; van gedachten wisselen en van gedachten verschillen; de ‘deelnemers’ benaderen als gelijkwaardige gesprekspartners, die net als wij een verhaal te vertellen hebben. 

Wanneer we dat niet doen, wanneer we vorming in eerste instantie opvatten als het verhaal van de meester die aan hen de westerse cultuur uitlegt, dan vernederen we hen. Dan laten we hen voelen hoe minderwaardig ze zijn. En dat leidt enkel maar tot frustratie en demotivatie.

Ik ben bezorgd over de huidige haastige pleidooien voor vorming voor asielzoekers, wanneer ze geïnspireerd zijn door een soort overtuigingspedagogie: we moeten hen snel en efficiënt ‘onze’ waarden en normen bijbrengen. We vergeten daarbij dat ‘onze’ eigen waarden en normen, net zoals de hunne, ook heel uiteenlopend zijn, dat we niet in een homogene maatschappij leven van mensen die allemaal hetzelfde denken. We moeten in deze vorming veralgemenende schema’s vermijden – de Westerse cultuur tegenover de Arabische cultuur; de clash of civilisations – en de mensen aanspreken als unieke individuen.

Voor mij is maatschappelijke vorming ook onthaasting, stilstaan, tijd nemen. De druk van het moment, van de maatschappelijke spanningen even buiten de deur houden zodat er ruimte ontstaat om naar elkaar te luisteren. Maar we moeten in dit gesprek ook duidelijk maken wat onze grenzen zijn. Bijvoorbeeld, dat seksuele intimidatie en agressie niet kan. Dat gelijkheid tussen man en vrouw een prioriteit is, zoals Ann Vanheule in de krant van zaterdag verduidelijkte. Of, zoals Paul Scheffer het stelt in zijn ‘Land van aankomst’: hoe kan je respect verwachten, als je niet je eigen verhaal wilt of durft te vertellen? 

Goede maatschappelijke vorming is een democratische praktijk, waarbij deelnemers en begeleiders hun wederzijdse bekommernissen met elkaar delen, op basis van gelijkwaardigheid en met respect voor hun eigenheid. Maar het is ook een praktijk waarbij we soms op de grenzen van ons begrip stoten. En wat deze grenzen zijn moeten we ook durven duidelijk te maken. Niet simpel, soms erg spannend, maar ook heel boeiend.

Volgende week doen we wel weer Nederlandse conversatie-oefeningen. Dat werd afgesproken op het einde van het vorige gesprek.

Verscheen eerder als opiniestuk in De Morgen (DM 11 januari 2016)

Auteur(s)

×
×

Winkelmand