Veerkracht in schokkende tijden

Fred Debrock

Een maatschappij die focust op winst, concurrentie en consumptie is slecht in staat om met rampen om te gaan. Dirk Holemans pleit voor een omwenteling.

De coronapandemie is een schok die we niet hebben zien aankomen, hoewel hij in de sterren geschreven stond. Nieuwe virussen die waarschijnlijk het gevolg zijn van de vernietiging van natuurgebieden, in combinatie met een economisch systeem dat alles en iedereen de wereldbol doet rondreizen, zijn maar twee elementen van een problematisch wereldsysteem. Daarbij komen nalatige overheden – volgens viroloog Johan Neyts hadden we deze pandemie kunnen voorkomen als overheden tien jaar geleden in virusremmers hadden geïnvesteerd (DS 16 maart).

Het is tijd voor een paradigma­shift: van een slaapwandelende maatschappij, gefocust op profijt, concurrentie en consumptie, naar een toekomstvaardige samenleving, die voorrang geeft aan investeringen, samenwerking en welzijn. Anders dreigen we te maken te krijgen met wat Naomi Klein omschrijft als de shockdoctrine. Zij observeerde hoe bij rampen de neoliberale vrijemarktdenkers klaarstaan om de staat verder uit te kleden in functie van hun eigen belangen. Daardoor worden we nog kwetsbaarder voor schokken.

Niet de laatste schok

Hoe kunnen we het antwoord op corona formuleren als een emancipatorisch verhaal, wetende dat er ons nog schokken staan te wachten op het vlak van klimaat, biodiversiteit en voedselvoorziening? We moeten nu nadenken hoe we daar adequaat mee zullen omgaan. Daarvoor kan het concept veerkracht een leidraad bieden. Een systeem is veerkrachtig als het blijft functioneren na een schok. Bovendien moeten schokken zo veel mogelijk vermeden worden. Daarom is er dubbel beleid nodig: schokken maximaal afwenden en systemen zo ontwerpen dat ze schokbestendig zijn.

Veerkracht is meer dan robuust zijn. Het gaat erom dat sociaalecologische systemen zichzelf herorganiseren, zodat de functie en de structuur niet verloren gaan. Onze mondiale samenleving is een sociaalecologisch systeem, al beseffen we dat doorgaans niet. Kijk naar de coronacrisis: alles wat we doen, is afhankelijk van en beïnvloedt de natuurlijke systemen, zeker op het moment dat de natuur ook een actor is geworden. Een veerkrachtig systeem is in staat zich om te vormen in functie van veranderende omstandigheden om de nodige diensten te blijven leveren. Denk bijvoorbeeld aan een rivier­vallei, waar nieuwe spaarbekkens de toenemende regens in de winter opvangen, zodat de huizen niet overstromen, terwijl ze in drogere zomers net toelaten dat lokale voedselsystemen blijven functioneren. Het belangrijkste is dat een veerkrachtig systeem in staat is om proactief te anticiperen en niet alleen reageert op wat zich aandient.

Veerkracht

Veerkracht omvat vier componenten: korte terugkoppelingslussen, modulariteit, diversiteit en sociaal kapitaal. De eerste term verwijst naar hoe snel we geconfronteerd worden met de gevolgen van ons handelen. Dat is een probleem bij zowel de aanpak van de klimaatverandering als bij de verspreiding van exotische organismen: er zit relatief veel tijd tussen de handelingen die het probleem veroorzaken en de effecten. Velen vragen zich terecht af hoe het komt dat we bij de corona­crisis daadkrachtig kunnen handelen, terwijl dat bij de klimaatcrisis niet lukt. Maar de realiteit is complexer. Het is correct dat we nu snel reageren op de gezondheidseffecten van corona, maar in essentie gaat het twee keer om de gevolgen van hetzelfde economische systeem.

Modulariteit toont een fundamenteel probleem van onze maatschappij. Een modulair systeem bestaat uit verschillende subsystemen die niet overdreven gekoppeld en voldoende autonoom zijn. In onze economie, met wereldwijde productieketens in handen van multinationals, is het net het omgekeerde. We kunnen zelfs geen mondmaskers meer maken in ons land. Ook reizen en transport ondermijnen modulariteit.

Als subsystemen te sterk gekoppeld zijn, kan een schok zich makkelijk door het hele systeem verplaatsen. Een systeem met een hoge modulariteit heeft meer autonome componenten, waardoor een schok in het ene subsysteem minder schade aan het andere kan toebrengen. De uitbouw van meer autonome kringloopeconomieën is dan ook een goed idee.

Het belang van diversiteit kennen we uit de landbouw: een bedrijf dat maar één gewas verbouwt, is extreem kwetsbaar voor plagen. Toegepast op de economie: als we voor onze welvaartsproductie maar één aanpak hebben – de neoliberale globale marktaanpak – dan zitten we diep in de problemen als die ‘monocultuur’ niet bestand is tegen plagen. Economische diversiteit is mogelijk door meer ondersteuning te geven aan ethische ondernemingen, denk aan energiecoöperaties en zelfoogstboerderijen.

De laatste component, sociaal kapitaal, wordt vaak vergeten. Het gaat om de sociale netwerken in onze samenleving en de hoeveelheid hulpbronnen die deze netwerken kunnen produceren. Net dat blijkt nu enorm belangrijk, denk aan eenzame senioren of daklozen. Sociaal kapitaal staat zowel voor praktische hulp als voor waarden zoals solidariteit en sociale betrokkenheid. Het is net dit sociaal kapitaal dat de laatste decennia geweldig onder druk is komen te staan en dat we nu herontdekken.

Shockdoctrine 2.0

Die dimensies van veerkracht in onze samenleving inbouwen, vergt meer dan veranderingen in de marge. De klimaatopwarming versnelt en de biodiversiteit is in vrije val. Laat corona een wake-upcall zijn die slaapwandelen bant. Dat vergt wijzigingen in ons land, in Europa en op wereldschaal. Volgens de socioloog Dani Rodrik gaat een volledig geglobaliseerde economie niet samen met democratische politiek en nationale soevereiniteit. Vier decennia aan neoliberale globalisering hebben de natiestaat uitgekleed en democratische politiek verwaarloosd. Rodrik stelt het omgekeerde voor: laten we inzetten op democratische politiek en soevereiniteit (daar kan de Europese Unie deels de rol van de landen overnemen) om te komen tot een gedeeltelijke en democratische de­globalisering.

Die hoeft de uitwisseling van ideeën­ en samenwerking niet in de weg te staan. In 1944 sloten de geallieerden de Bretton Woods-akkoorden om de wereldeconomie streng te reguleren met het oog op een snelle wederopbouw uit de puinhopen van de oorlog. Nu is er nood aan een sociaal­ecologische regulering die ons doet opstaan uit de puinhopen van het neoliberale, geglobaliseerde kapitalisme, als antwoord op de veelvoudige crises van corona-klimaat-biodiversiteit. Dit zou je de shockdoctrine 2.0 kunnen noemen, de emancipatorische versie. Iedereen die een goed leven nastreeft binnen de planetaire grenzen, moet die shockdoctrine 2.0 mee ontwikkelen en uitrollen.

 

Deze opinie verscheen oorspronkelijk in De Standaard

×
×

Winkelmand