Uw citytrip leidt tot te veel verliezers

‘Veel mensen vinden dat ze recht hebben op goedkope vluchten, zelfs al weten ze dat iemand er de prijs voor betaalt. Jan Mertens maant ons aan om anders te reizen.’

 

De stakingsacties van het bagagepersoneel op de luchthaven van Zaventem zijn een symptoom van een economisch model dat structureel fout zit (DS 29 oktober). Je kunt de voortdurende groei van de vlieg­sector alleen rechtvaardigen als je systematisch de kosten voor mens en milieu uit beeld houdt. De ecologische en sociale bekommernis zouden in dit debat niet tegenover elkaar mogen staan. Of het nu door slechtere werkomstandigheden of door de klimaatverandering is, het zijn de meest kwetsbaren die de zwaarste prijs betalen van het idee dat we het recht hebben om zo vaak en zo goedkoop mogelijk te vliegen. Er is nood aan een rechtvaardige transitie.

Eigenlijk weten we het allemaal wel. Als je voedsel zo goedkoop mogelijk maakt, weet je dat de omstandigheden waarin het wordt geproduceerd en verdeeld niet goed kunnen zijn. Als je spotgoedkope kleding koopt, weet je dat iemand aan de andere kant van de wereld een laag loon krijgt. Iemand betaalt altijd de prijs. Blijkbaar zijn we goed in staat dat deel van het verhaal te negeren.

Ik bekijk de website van een lagekostenmaatschappij en zie dat ik voor 31 euro naar Barcelona kan vliegen, voor 30 euro naar Rome en voor 29 euro naar Londen. Ik lees in de krant dat drie tot vier bagageafhandelaars op hun knieën in het ruim van het vliegtuig in minder dan één uur meer dan 200 stuks bagage van 15 tot 32 kilo moeten stapelen. Iedereen weet dat het niet klopt en weet ook waarom.

Steeds smallere marge

We kunnen onszelf wijsmaken dat we het recht hebben om zo veel mogelijk en zo goedkoop mogelijk te vliegen. En dat het een kwestie is van of er nu twee of drie bedrijven instaan voor de afhandeling van bagage. Waarbij we geen enkele vraag stellen bij het voornemen van de luchtvaartsector om nóg te groeien. We kunnen herhalen dat de markt alles zal regelen, en zo nog meer sociale en ecologische schuld opstapelen.

Maar van alle transportvormen heeft vliegen de zwaarste ecologische voetafdruk. De luchtvaartsector zit bij de snelste groeiers bij de uitstoot van broeikasgasemissies. Toch krijgt vliegverkeer fiscaal een voorkeursbehandeling en is het niet volwaardig opgenomen in de klimaatakkoorden.

Wie zich vragen stelt bij de expansiedrang van de sector, wordt al snel als een ketter gezien. Maar een pleidooi voor minder vliegen is veeleer een vorm van nuchterheid. Het recente IPCC-rapport heeft getoond hoe acuut het probleem is. We moeten snel onze globale emissies naar beneden krijgen. Er is geen bewijs dat oplossingen als efficiëntiewinst, biobrandstoffen of nieuwe technologieën in een groeiscenario een voldoende groot netto-effect zullen opleveren voor de klimaatimpact van het vliegverkeer. Anders gaan reizen biedt wel een perspectief. Voor relatief korte afstanden (die binnen Europa bijvoorbeeld) kunnen we beter de trein nemen. Met langere vluchten kunnen we spaarzamer omgaan. Als we met z’n allen wat minder gaan vliegen en er een redelijke prijs voor betalen, kunnen onze kinderen en kleinkinderen ook nog vliegen.

Als we de terechte klacht van de bagagisten alleen zien als een teken dat de concurrentie nog niet goed is uitgewerkt, aanvaarden we impliciet de race to the bottom. Aan de andere kant van de wereld zullen de armsten het grootste slachtoffer worden van de klimaatchaos. Hier zullen de arbeidsomstandigheden nog precairder worden. In een steeds smallere marge komen werkgevers en werknemers tegenover elkaar te staan in steeds frequentere sociale conflicten, waarbij de lat altijd iets lager zal moeten worden gelegd.

Minder maar beter

We kunnen ook de situatie zelf in handen nemen en werk maken van fair vliegen. Dat kan ertoe leiden dat mensen een eerlijke prijs zullen betalen voor minder vluchten. Zo kunnen we garanderen dat mensen die in de luchtvaartsector werken een waardig inkomen krijgen en betere arbeidsomstandigheden. Als we op structurele wijze werken aan alternatieven, zoals een goed treinnetwerk, ontstaan nieuwe jobmogelijkheden.

Ik weet dat het helemaal niet simpel is. Ook ik ben bezorgd over de jobs van zoveel mensen bij de luchthaven. Maar het huidige ontwikkelingspad van de luchtvaartsector kan niet blijven standhouden, niet in ecologische zin en niet in sociale zin. Moet je de productie van asbest blijven toelaten omdat er mensen in die fabriek werken die zelf ook ziek worden? Of moet je een kader creëren waardoor er genoeg jobs zijn in meer duurzame werkgelegenheid en waarbij je niet langer ontkent dat je immense sociale en ecologische kosten uit beeld houdt? Het mag geen dilemma zijn.

Het is hoopvol dat steeds meer mensen zich vragen beginnen te stellen bij de problematische gevolgen van een ongecontroleerde groei van het vliegverkeer. Zo is er de interessante organisatie Zomer Zonder Vliegen en internationaal het initiatief Stay Grounded. De voorbije maanden waren er ook veel vormen van sociale actie voor volwaardige sociale bescherming van mensen die in de luchtvaartsector werken.

Dat een aantal lagekostenmaatschappijen liever niet wil praten over de klimaatkosten of over een volwaardige sociale bescherming van hun personeel, is een uiting van hetzelfde probleem. Het is belangrijk dat we stap voor stap werk maken van een visie, fora en instrumenten waarin we die aspecten met elkaar kunnen verbinden zodat het geen afruil wordt. Een rechtvaardige transitie met andere woorden, met een stevig regelgevend kader voor klimaatbeleid, met sociale dialoog en met goede sociale bescherming. Minder maar beter vliegen, zou het daar niet stilaan tijd voor worden?

Op 25/11 kan je terecht op Ecopolis waar tal van sprekers in debat gaan over een Just Transition. Met o.a. Kate Raworth (Doughnut economics), Sharan Burrow (ITUC), Thomas Leysen (Umicore & KBC), …. Bekijk hier het volledige programma.

Dit artikel verscheen in De Standaard op 30/10/2018.

×
×

Winkelmand