Performant treinvervoer is een democratisch beginsel en het middel tot gedragsverandering

Van kind af aan reis ik al met de trein. Je kunt me gerust een fan van dit vervoermiddel noemen. Het is één van de mooiste en meest aangename manieren om ook over grotere afstanden doorheen Europa te reizen.  De trein was in dit continent zelfs ooit het symbool van moderniteit. Helaas heeft het veel terrein verloren door een politiek ten gunste van de auto en lage-kost vliegreizen. Ook het grensoverschrijdend treinverkeer is de laatste 10 jaar enorm uitgehold (wegbezuinigd) en de laatste nachttreinen zijn ondertussen geschrapt. Dit nieuws heeft niet eens de voorpagina’s gehaald. In België is de rechtstreekse verbinding naar Maastricht al enkele jaren afgeschaft en de directe verbinding naar Basel (via Luxemburg) is bijna helemaal afgevoerd. Verder overweegt de NMBS de trein niet meer tot Eupen te laten lopen (hij rijdt nu al minder, alleen nog in de spits), wegens onrendabel. De oostkantons en de Duitstalige gemeenschap horen kennelijk niet meer bij dit land. Zelfs in de media duiken ze niet op.  

De dure en commercieel uitgebate hogesnelheidstreinen die nu de grenzen overzoeven dragen helaas niet bij aan het toegankelijke, in alle betekenissen van het woord en werkelijk publieke gehalte van het treinvervoer. 

Dagelijks gebruik ik de trein doorheen België, zowel voor het werk als in de vrije tijd en ook in combinatie met vouwfiets en ander openbaar vervoer. De zomer is perfect voor een vakantie met de fiets. In heel wat Europese landen is de combinatie fiets-trein gelukkig zeer goed mogelijk. Dit keer bracht de fietstocht me in Duitsland door het Saarland en Rheinland-Pfalz en dat betekende soms ook met de fiets in de trein. 

Wat ik me na deze fiets-treinervaringen in Duitsland weer realiseerde is hoe je gaat wennen aan de omgeving waarin je dagelijks verkeert. Ook als die eigenlijk onpretttig of vies is. Voor je het weet beschouw je dat als de norm(aliteit). Reizen is dan ook de perfecte manier om wat we gewoon zijn geworden weer eens te toetsen aan een andere realiteit en je zintuigen opnieuw te laten prikkelen.

Alle treinen gelijkvloers en overal liften

Niet alleen het fietsen in Duitsland was een genot vanwege de goede wegen – geen gaten, glasscherven of hindernissen op het fietspad – maar vooral ook het gemak van reizen met de fiets in de trein. Op elk perron, ook in kleinere stations was een lift, die het ook altijd deed. Indien er geen lift was, bv. in een dorpsstation met slechts twee sporen, dan was er altijd een glijdend, afdalend pad (wie de naam hiervan weet, mag het zeggen). 

Kortom, je hoefde nooit de trap te nemen. Sowieso had elke trap een goede rail die niet, zoals hier in België, bijna tegen de muur ligt zodat je er met een fiets mét fietstassen niet eens op kunt. 

En dan de treinen zelf. Elke trein is gelijkvloers met het perron en ook in de trein zijn er geen treden. Elke trein heeft altijd op vaste plaatsen/wagons de duidelijk zichtbare fietsingangen. Zo hoef je niet over het perron te rennen om de juiste wagon te zoeken. In de trein zijn er grote ruimtes met klapstoeltjes langs beide kanten en een systeem van autogordels om fietsen enz. vast te zetten. Deze infrastructuur is er niet alleen voor fietsers, maar ook voor mensen met kinderwagens, grote en kleine koffers en, heel belangrijk, rolstoelgebruikers. 

Het viel me ineens op hoeveel mensen met een rolstoel ik in het straatbeeld in Duitsland zag. Gewoon omdat zij zich dankzij een performante publieke infrastructuur en toegankelijke vervoersmiddelen geheel zelfstandig kunnen verplaatsen. Overigens is het meenemen van de fiets op alle regionale treinen in Duitsland gratis (alleen op ICE-treinen is het betalend). Zelfs op diverse lokale bustrajecten mag je een fiets gratis meenemen. 

Na enkele weken van dit plezierige comfort in altijd schone treinen genoten te hebben was mijn terugreis met de trein in België een koude douche. Allereerst moest ik nu weer voor de fiets betalen, maar daar krijg je helaas geen voorziening of service voor. Zo had de trein vanuit Luxemburg naar Brussel geen enkele ruimte voor fietsen. De conducteur heeft mij in Luxemburg een soort materiaalruimte geopend waar ik de fiets mocht zetten. Echter de ingang van deze wagon ligt zo’n 70 cm hoger dan het perron. Je kunt de fiets alleen met twee mensen in- of uitladen. De fiets stond goed, de ruimte werd zelfs afgesloten. Maar dan begint de uitdaging. Ik had besloten in Brussel Schuman af te stappen, wetende dat dit nieuwe station een lift heeft. De enige manier om met een fiets uit zo’n ondergronds station te geraken. Tijdens de reis moest ik herhaalde malen aan (steeds andere) conducteurs vragen niet te vergeten in Brussel Schuman die ruimte te onsluiten, zodat ik kon afstappen met fiets. Dit is nodig om te vermijden dat ze je gewoon vergeten. Het ging goed. De conducteur opende de deur en vervolgens ging hij buitenom om ook de wagondeur te openen. Tot mijn grote verbazing liep hij toen gewoon weg en ondanks dat ik hem nog riep, negeerde hij mij volledig. Het was nu ‘débrouillez-vous’. Mijn geluk was een meisje in het gangpad dat me heeft geholpen de fiets en bagage op tijd uit de trein te krijgen. Anders was ik er niet uit geraakt. Als klap op de vuurpijl was de enige lift op het perron in panne. Van kennissen, die dit station dagelijks gebruiken, leerde ik dat die lift om de haverklap dienst weigert. Op het perron van Namen stonden trouwens meerdere fietsers te wachten om met de trein mee te gaan. Helaas, (vakantie)fietsers uitgesloten van treinreizen! 

Fiets-, rolstoel-, kinderwagenontmoedingsbeleid

Na de prettige en comfortabele ervaringen in Duitsland zag ik de Belgische treinomgeving nu weer met een frisse blik. De NMBS lijkt een soort algeheel ontmoedigingsbeleid te voeren voor alles wat rolt of voor wie zich minder gemakkelijk voortbeweegt. Om nog even bij de fiets te blijven: zelfs in de zomer worden fietsen (toeristen) geweerd. Als voorbeeld mag hier Frankrijk genoemd worden. Bepaald geen topper als het om fiets en trein gaat, maar in diverse regio’s is in de zomerperiode wel een volledig aparte fietswagon (inclusief personeel!) speciaal voor het fietstoerisme aan de trein gekoppeld (zie foto bij dit artikel). 

De NMBS rijdt met uiteenlopende type treinen, waarvan sommige al uit aardig vervlogen tijden. Toegegeven, dat heeft op zich wel charme. Echter, zelfs de meest moderne dubbeldekkers, die de trajecten tussen de grote steden bedienen en die wel een ‘fietsruimte’ en een deur op gelijkvloers met de perrons hebben, zijn toch ontoegankelijk. Deze deur zit namelijk om onverklaarbare redenen altijd op slot en wordt alleen geopend als iemand met een rolstoel meereist. De fietser moet zijn plan trekken door eerst via de trappen op de trein stappen om dan in de trein weer via trappen af te dalen naar het fietscompartiment. Hoezo gebruiksvriendelijk.

Het verschil met Duitsland is des te opvallender, omdat het bij uitstek een autoland is. Hoe kan het anders met zo’n grote autoindustrie… Zelfs in één van de ‘armste’ Bundesländer, het Saarland, zijn ook de kleinste stations toegankelijk  voor fietsers en rolstoelers. Verder valt op hoe aangenaam (met vriendelijk en goed gekleed personeel), veilig (verlichting, inrichting van de infrastructuur) en proper het openbaar vervoer daar is. En niet te vergeten: het rooster begint ‘s ochtends vroeger en gaat later door in de avond.

Meer dan alleen een milieunoodzaak

Het grote verschil met de Belgische spoorwegen raakt de kern van het openbaar vervoer en de rol van de overheid daarin. De afgelopen decennia is hier nauwelijks geïnvesteerd in treininfrastructuur. Er zijn nog vele zwaar verouderde stations met perrons die ver onder het niveau van de instap van de trein liggen en waar je in een soort grindbak moet springen. De instap is dan zo steil dat je dat met een koffer, (plooi)fiets of kinderwagen bijna niet alleen lukt. Oudere mensen of mensen die moeilijker te been zijn, laat staan rolstoelers, kunnen aldus deelnemen aan of zich verplaatsen in de publieke ruimte. 

Nochtans is het de taak van de overheid gelijkwaardige en onafhankelijke deelname aan het maatschappelijk weefsel voor iedereen te garanderen. Helaas wordt het debat over performant openbaar vervoer in België te vaak gereduceerd tot een debat waarbij trein en auto diametraal tegenover elkaar staan. Dat dit niet hoeft toont autoland Duitsland. Maar het gaat om veel meer.

Toegankelijkheid is één van de vijf basisdoelstellingen van het Vlaams mobiliteitsbeleid. ‘Een toegankelijke omgeving biedt bijkomend comfort voor iedereen met focus op mensgericht ontwerpen om de levenskwaliteit van alle gebruikers te verbeteren, los van welke handicap dan ook.’ Zo staat te lezen op de website www.toegankelijkeomgeving.be. Daarmee gaat het ook over maatschappelijke inclusie. Of zoals op de website staat verwoord dat: iedereen de publieke ruimte op een zelfstandige, gelijkwaardige en zo onopvallend mogelijke manier moet kunnen gebruiken. Er moeten dus geen aparte maatregelen worden getroffen voor elke persoon die van het ‘gemiddelde’ afwijkt. Hierbij gaat het er net om de verschillende behoeften van mensen op een vanzelfsprekende wijze te integreren in voorzieningen die bruikbaar zijn voor iedereen.

Oefening in gedragsverandering

Performant, plezierig, schoon en toegankelijk openbaar vervoer nodigt mensen juist uit om duurzaam mobiliteitsgedrag te vertonen. Het is een uitgelezen kans voor het Belgische beleid én de NMBS om mensen te bewegen tot duurzaam verplaatsingsgedrag.  Anders gezegd: maak duurzaam verplaatsen tot het nieuwe normaal in de samenleving. 

Mobiliteit is bij uitstek een domein waar kennis van gedragsverandering en een uitgekiende mix van maatregelen sneller tot duurzaam gedrag kan leiden. Helaas ontbreekt in België de kennis binnen de regeringen om dit effectief in te zetten. Dit jaar heeft de Europese Commissie een onderzoek laten uitvoeren naar de mate waarin in de Europese lidstaten gedragskennis  (‘behavioural insights’) wordt toegepast bij het maken van beleid. Vooral het VK past dit al enkele jaren systematisch toe. Nederland, Duitsland, Frankrijk, Denemarken, Finland en Oostenrijk bouwen hierrond capaciteit op en passen het al toe. Op 6 juli 2016 is er in het Vlaams Parlement een eerste voorstel van resolutie gedaan betreffende de toepassing van gedragsinzichten bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van Vlaams beleid. Een mooie aanleiding dit op het Belgische treinvervoer te gaan toepassen. 

Wat echt werkt

Uit diverse wetenschappen en onderzoeken weten we onderhand dat de mens niet de homo economicus is die rationele en bewuste keuzes maakt op basis van (juiste) informatie. Ons gedrag is voor zo’n 95% onbewust en ook vaak gewoontegedrag, zoals onze dagelijkse verplaatsingen naar werk, sportclub of de winkel. Evolutie speelt hier een rol: om te overleven moet je niet te veel tijd en energie verliezen met nadenken, want dan overleef je niet op een savanne met grote wilde dieren. Het gevolg is dat we vooral (intuïtief) op allerlei prikkels uit de omgeving reageren. 

Dit betekent dat het veranderen en aanpassen van de omgeving waarin we leven een groter effect heeft op verandering naar bv. duurzamere verplaatsingen, dan sensibiliserings- of informatiecampagnes. Daarnaast zijn we ook echte sociale wezens en gevoelig voor sociale vergelijking. Zie je dat je vrienden, buren, collega’s enz. de trein en fiets pakken, dan ga je zelf ook sneller meedoen. We willen nu eenmaal graag bij de norm(aliteit) horen.

Last but not least. Om nieuwe gewoontes te kweken, moeten we kunnen oefenen (en herhalen). Dagen zonder vlees is daarom zo’n succesvol concept, omdat mensen de kans krijgen nieuw gedrag te ‘oefenen’, het kan inslijten. En hoe gemakkelijker en aangenamer we het mensen maken, hoe sneller dat gaat.

Wellicht is het in dit verband een idee om politici en verantwoordelijken bij het openbaar vervoer een 21 dagen Europese treinreis (met fiets!) te laten maken, zodat ze gaan ervaren hoe prettig reizen in comfortabel en toegankelijk openbaar vervoer is. En ze snuiven meteen toffe ideeën op in andere landen, naast natuurlijk de mooie reisverhalen die ze kunnen delen.

Performant en aangenaam treinvervoer waaraan iedereen kan deelnemen nodigt uit tot het gaan gebruiken van dat vervoer. Creëer een omgeving die duurzaamheid ademt. Een omgeving die mensen uitnodigt en het hen gemakkelijk maakt zich duurzaam en sociaal te verplaatsen. Toegankelijkheid, een goede frequentie en hoge dichtheid zijn bepalend. In plaats van treinen af te schaffen, omdat die (nu) niet rendabel zouden zijn, juist de aanwezigheid vergroten. De klimaaturgenties zijn trouwens ook te groot om hier nog langer mee te wachten. 

Hier kan alvast een deel van het (geparkeerde!) klimaatgeld naar toe.

×
×

Winkelmand