Lessen trekken uit de COVID-19-crisis om toekomstige systeemcrisissen te voorkomen

 

Transitieplan voor België moet nu vorm krijgen: 
Lessen trekken uit de COVID-19-crisis om toekomstige systeemcrisissen te voorkomen

Wat onmogelijk leek tijdens de woelige klimaatdebatten van vorig jaar, is vanzelfsprekend vandaag: luister naar de wetenschap, bouw er je beleid op, bescherm zo bevolking en toekomst. De Resilience Management Group, bestaande uit academici, economen en transitieondernemers, werkt alvast aan plannen om de transitie naar een duurzame en rechtvaardige maatschappij ook zo te onderbouwen. Hun basisvisie schreven ze alvast uit.


C
OVID-19 kost nog dagelijks honderden medeburgers het leven, terwijl duizenden anderen gered worden dankzij de voorbeeldige toewijding van het personeel van de ziekenhuizen en de zorgsector, dat gedwongen wordt te werken in bijzonder moeilijke omstandigheden. Intussen kijken onze overheden logischerwijs naar scenario’s voor het beëindigen van deze crisissen.

We gebruiken bewust het meervoud, omdat we zowel een gezondheidscrisis doormaken, die door de lockdown onder controle wordt gehouden, als een economische crisis, die door de lockdown dreigt te verergeren. Dat toont meteen de complexe uitdaging die we moeten aangaan om te voorkomen dat we ook nog eens in een ernstige sociale crisis terechtkomen.

Gezondheid heeft prioriteit gekregen en iedereen is daar blij om. Regeringen herontdekken “cruciale” eerstelijnsberoepen die tot voor kort voor hun banen en salarissen moesten knokken. Nu komt de economie weer op het voorplan. Dat is noodzakelijk, maar niet op gelijke welke manier.

Sommigen willen een snel herstel, business as usual, zonder iets te veranderen aan het systeem en de gebreken ervan, ook al zijn die in de oorzaken en gevolgen van de pandemie aan het licht gekomen. Anderen stellen vast dat de veerkracht van de economie even belangrijk is als de productiviteit en het concurrentievermogen. Zij pleiten voor een herstelplan dat de nodige middelen voorziet om enerzijds een noodzakelijke en “rechtvaardige transitie” mogelijk te maken en anderzijds ons in staat zal stellen de gevolgen van toekomstige crisissen te vermijden, uit te stellen of te verzachten.

Wij maken deel uit van die ‘transitie-specialisten’ die, samen met vele anderen, een dynamiek voorstellen die ons toelaat om deze crisis op zo een manier te boven te komen dat we er voordelen uithalen.

Observatie, diagnose en lessen 

Volgens een publicatie van het Harvard Global Health Institute, in opdracht van het World Economic Forum in 2019, ‘is er door de toenemende bevolkingsdichtheid, het reizen en de menselijke migratie, de ontbossing en klimaatverandering een nieuw tijdperk van epidemiegevaar aangebroken. Het aantal en de diversiteit van de epidemieën zijn de afgelopen 30 jaar toegenomen, een trend die naar verwachting enkel nog zal versterken.’

Het kan dus niet worden ontkend, ook al blijft de precieze oorsprong van Covid-19 een onderwerp van discussie, dat er een verband bestaat tussen deze pandemieën en een meer globaal en structureel verschijnsel waarvan de gevolgen zich nog maar beginnen voor te doen.

Het dominante geglobaliseerde systeem, gebaseerd op oneindige materiële groei in een eindige wereld, put de natuurlijke hulpbronnen uit en veroorzaakt vervuiling die de oceanen, de bodem en onze atmosfeer en alle levende wezens die ervan afhankelijk zijn, ernstig aantast. Water, land en lucht worden ernstig bedreigd. De ‘ecologische voetafdruk’ van de mensheid is twee keer zo groot als de capaciteit van de planeet en is zeer ongelijk verdeeld tussen de verschillende landen en lagen van de bevolking.

Met andere woorden, de mensheid leeft op krediet ‘ten koste van toekomstige generaties’. Mogelijk is het overdreven is om te beweren dat de planeet nu wraak neemt op het menselijk handelen, maar dan is het wel juist om te zeggen dat ze stikt onder het gewicht van de huidige productie- en consumptiewijzen. Samen met haar beginnen wij te stikken, en dit op een zeer ongelijke manier: het ‘systeem’ straft huishoudens met een laag inkomen en mensen die in armoede leven al veel zwaarder, op alle breedtegraden.

Er is vandaag nood aan een systemische en globale reactie, die onze band met de natuur herstelt, de menselijke soort herpositioneert en opnieuw verbindt met de natuurlijke ecosystemen.

Lessen uit de gezondheidscrisis voor een snel en duurzaam herstel

Door deze crisis verandert ons gedrag, door keuze of omdat we moeten. Dit kan ons bewust maken van wat essentieel is en ons helpen de rationaliteit en de betekenis van de huidige consumptie- en productiepatronen zeer ernstig in vraag te stellen. De dingen plots fundamenteel anders moeten doen is ook een kans om fundamentele lessen te trekken.

Marius Gilbert, de Waalse tegenhanger van de Vlaamse viroloog Mark Van Ranst, herinnert ons eraan: ‘De impact van de klimaatverandering op de gezondheid is veel groter dan die van het coronavirus. Voor Covid-19 hebben we niet geaarzeld om in lockdown te gaan en bijna de hele economie stil te leggen. Als we echter de sterfgevallen in verband met de opwarming van de aarde zouden tellen, zoals we dat voor Covid doen, zouden we ons realiseren dat klimaatverandering dodelijker is. Maar omdat het een fenomeen is dat we niet direct waarnemen, slagen we er niet in ons gedrag collectief aan te passen.”

Het is niet de bedoeling om de economie te stoppen of ‘terug te keren naar kaarslicht’, wel om te zorgen voor de snelle en noodzakelijke overgang naar een andere economie: inclusief, coöperatief, circulair. Een economie die opereert binnen de grenzen van de planeet en andere waarden respecteert dan de concurrentie en obsessie voor de laagste prijs. Aangezien we, geconfronteerd met een onherstelbare bedreiging, in staat zijn om ons gedrag te veranderen, laten we dat dan zeker doen om het klimaat, de biodiversiteit en alle hulpbronnen die gewoonweg onmisbaar zijn voor het overleven van de Belgen en alle bevolkingen in de wereld.

De coronaviruscrisis vereist onmiddellijke en radicale economische maatregelen om de slachtoffers van de economische achteruitgang te helpen. Er is nu nood aan een sociaal vangnet van hoge kwaliteit voor werknemers — zowel in loondienst als zelfstandigen — die een groot inkomensverlies lijden, en dat zorgt voor de sociale integratie van de meest kwetsbaren. Voor maatregelen op lange termijn is het ook noodzakelijk om het duurzame productiepotentieel van de economie te behouden door criteria van gezond verstand toe te passen: eerst moeten gunstiger perspectieven zichtbaar worden, negatieve maatschappelijke gevolgen moeten worden vermeden en er moet gemikt worden op een goede ‘rendement/risico’ verhouding. Tot slot is het een kwestie van luciditeit, met het stimuleren van sectoren die gunstig zijn voor de gezondheid en het milieu, en tegelijkertijd het begeleiden van de noodzakelijke ontwikkeling van de andere sectoren.

Routekaart

Er wordt vaak gezegd dat regeringen alleen ‘business as usual’ steunen omdat er geen alternatief plan is. Niets is minder waar! De regeringen hebben internationale overeenkomsten (met inbegrip van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering, de Conventie over biodiversiteit en de Conventie over de strijd tegen de verwoestijning) en de 17 Duurzame Ontwikkelingsdoelen (sdg’s) goedgekeurd. Deze sdg’s vormen samen en onafscheidelijk de doelstellingen waarvan alle lidstaten in 2015 hebben toegezegd om ze integraal te realiseren tegen 2030, wat eigenlijk bijna tegen morgen is. Sinds december 2019 heeft de Europese Unie een coherente strategie (de Green Deal) die ‘de economie en de planeet met elkaar verzoent … en ervoor zorgt dat niemand achtergelaten wordt’.

Onze eerste eis is dat de Federale Regering en de Gewesten zich aansluiten bij de Europese lidstaten die duidelijk voorstander zijn van de onmiddellijke tenuitvoerlegging van het wetgevingsprogramma van de Green Deal, die het vermogen heeft om de Europese economie in de juiste richting te sturen. Het is onverantwoord, zelfs schandalig, dat tegenwerkende krachten, achterhaalde economische en politieke ideeën, misbruik maken van de bezorgdheid van werkgevers en werknemers om het debat van “het einde van de maand” versus “het einde van de wereld” opnieuw aan te wakkeren.

Ze vertragen de creatie van deze nieuwe en wenselijke, minder koolstof-intensieve, eerlijkere, circulaire en regeneratieve economie. De verschillende bedrijfsondersteunende maatregelen zijn een kans om de overgang naar een regeneratieve economie te versnellen. Daartoe moet deze steun aan een aantal voorwaarden voldoen:

a) het stopzetten van alle subsidies voor fossiele brandstoffen, en ze omzetten naar duurzame energiebronnen.

b) om te voorkomen dat de speculatie opnieuw wordt aangewakkerd, moeten alle miljarden die momenteel worden gegenereerd, via de Europese Investeringsbank worden gekanaliseerd om ten goede komen aan de reële economie en aan het scheppen en instandhouden van dubbele “duurzame” banen (die niet gemakkelijk worden verplaatst omdat ze bijdragen aan de circulaire economie en de economie van de functionaliteit, en die de grenzen van de planeet respecteren).

c) een EU-belasting op de winst van grote ondernemingen (tegen een variabel percentage aangepast aan hun koolstofvoetafdruk)

Een democratische donut-economie

In het economische relanceplan moeten sociale en ecologische grenzen gerespecteerd worden. Het conceptuele kader van de “donut-economie” bepaalt een ecologische bovengrens en een sociale ondergrens waartussen een gezonde economie zich kan ontwikkelen. Dit kader moedigt ons dus aan om te beperken wat schadelijk is voor de ontwikkeling van de samenleving en tegelijkertijd de investeringen en het scheppen van banen in de duurzame en toekomstgerichte sectoren te versnellen.

Deze strategie, die men al met succes begint uit te voeren, is door de stad Amsterdam gekozen om haar ‘post-Covid-19-herstel’ te definiëren. Ze kan ook in ons voordeel dienen als gids voor het herstel in ons land door de bevolking te inspireren en de ondernemer wakker te schudden voor het algemeen belang dat we delen.

Het gaat er niet om de vrijhandel in twijfel te trekken, maar wel om de gevaren ervan te onderkennen: de extreme afhankelijkheid die deze met zich meebrengt, de excessen van het financiële systeem die ermee gepaard gaan en de risico’s van destabilisatie van politieke, sociale en ecologische systemen.

Enerzijds moeten we de voordelen ervan benutten, bijvoorbeeld door voorrang te geven aan de intra-Europese handel in de meest kritische goederen en diensten zoals voedsel, gezondheid, energie en infrastructuur (met een mogelijke meerprijs, de prijs die moet worden betaald om onze onafhankelijkheid op bepaalde gebieden te waarborgen en een veerkrachtiger economisch systeem uit te bouwen in het licht van crisissen). Anderzijds moeten we de mens een echte plaats geven in het bestuur van de ondernemingen, wat een voorwaarde is om de ondergeschiktheid van onze ondernemingen aan de heerschappij van de financiële wereld te overwinnen.

Het gaat erom de handel in dienst te stellen van duurzame ontwikkeling. Dit betekent dat bindende gezondheids-, sociale en milieunormen in handelsovereenkomsten moeten worden opgenomen en dat de bevordering ervan een onderdeel van het handelsbeleid moet worden, zodat de inspanningen van de ontwikkelingslanden die zich inzetten voor duurzame ontwikkeling, worden ondersteund. De normen die zijn ontwikkeld in het kader van de Wereldgezondheidsorganisatie, de Internationale Arbeidsorganisatie en multilaterale milieuovereenkomsten moeten door de internationale handel worden bevorderd.

Sterke en visionaire overheden ondersteund door participatief bestuur

De overheid moet terugkeren naar haar rechtmatige rol, die te beperkt is geworden ten opzichte van die van een markt die te veel mikt op onmiddellijk privébelang en te weinig op de collectieve toekomst. Deze zwakte heeft twee rampzalige gevolgen gehad:

– de moeilijkheid om op lange termijn te plannen, dit moet worden gecorrigeerd door de politiek en administraties te responsabiliseren, ondersteund door multidisciplinair wetenschappelijk advies en overleg met de belanghebbenden.

– de toename van de ongelijkheid, die moet worden beteugeld om sociale bitterheid en sociaal-economische conflicten te voorkomen.

De zorg om te voorkomen dat er te veel regelgeving komt, is begrijpelijk. Maar de bindende regelgeving die nodig is om de doelstellingen te bereiken waartoe België zich internationaal heeft verbonden, moet worden aangenomen en effectief worden uitgevoerd.

De pandemie dwingt ons tot een uitzonderingsregime voor minstens enkele maanden. Toch werd de democratie in Europa en elders al bedreigd door autoritaire neigingen, populisme en het wantrouwen van de mensen ten aanzien van de politieke macht. Het economisch herstelplan zal dus gepaard moeten gaan met een grote transparantie in het politieke leven, een herziening van de instellingen en de versterking van de participatieve democratie.

Gedeelde welvaart en sociale zekerheid

Er moet een echt werkgelegenheidspact komen:

  • Iedereen een inkomen garanderen door middel van een betekenisvolle activiteit in deze veranderende wereld, met inbegrip van degenen wier banen op korte termijn ingrijpend kunnen worden veranderd of zelfs verdwijnen.
  • Ervoor zorgen dat alle ongelijkheden waarop onze huidige samenleving is gebouwd, sterk worden verminderd met het oog op een eerlijker en vreedzamer herstel; met name door mannen en vrouwen te activeren in hun bedrijf door hen in staat te stellen deel te nemen aan de governance en aan het kapitaal ervan.
  • De sociale zekerheid, die verstoord is door de vergrijzing en de stijging van de verhouding inactieve/actieve bevolking, wordt versterkt.
  • Financiering en bescherming van essentiële goederen en diensten als prioriteit (kwaliteitsbanen, voedsel, energie & water, gezondheid, …).

Het is tijd om een toekomst voor te bereiden die vermijdt dat we verzanden in een eeuwige uitputtingsslag die ons herleidt tot een ‘gelaten Sisyphus’. Het is daarom dringend noodzakelijk om op een duurzame manier te denken en te handelen, om te vermijden dat we onszelf permanent moeten genezen.

Voorkomen is beter dan genezen!

***

In co-auteurschap geschreven en/of ondersteund door een ‘Resilience Management Group’ bestaande uit academici, economen en transitieondernemers die reflectie en praktijkervaring met elkaar verzoenen. De groep werkt momenteel aan een reeks concrete maatregelen die in overeenstemming zijn met de hierboven gepresenteerde visie. Ze zullen binnenkort worden gecommuniceerd.

Bijdragende ‘leden’ in alfabetische volgorde: Philippe Baret, Tom Bauler, Philippe Bourdeau, Luc de Brabandere, Thierry Bréchet, Vincent Burnand-Galpin, Isabelle Cassiers, Cédric Chevalier, Bertrand Collignon, Dr Yves Coppieters, Eric Corijn, Gaëtan Dartevelle, Dr. Jan De Maeseneer, Etienne de Callataÿ, Philippe Defeyt, Sabine Denis, Dr. Ri De Ridder, Olivier De Schutter, Pascal Durdu, Dr William Dhoore, Dr. Natalie Eggermont, Isabelle Ferreras, Francois Gemenne, Thibaut Georgin, Luc Hens, Julie Hermesse, Dirk Holemans, Brigitte Hudlot, Marek Hudon, Dirk Jacobs, Paul Jorion, Olivier Klein, Ilios Kotsou, Marc Labie, Nicolas Lambert, Olivier Lefebvre, Laurent Lievens, Cathy Macharis, Kevin Maréchal, Bernard Mazijn, Sybille Mertens, Emmanuel Mossay, Dr Thomas Orban, Pierre Ozer, Dr. Jean Pauluis, Gunter Pauli, Jill Peeters, Alain Peeters, Andréa Rea, Ignace Schops, Christophe Sempels, Henry Tulkens, Raphaël Stevens, Géraldine Thiry, Vincent Truyens, Dr Maye Vandenbussche, Leo Van Broeck, Philippe Van Parijs, David Van ReybrouckDominique Vanpee, Sybille van den Hove, Pascal Vermeulen, Marjolein Visser, Sébastien Yasse, Jean-Pascal van Ypersele, Grégoire Wallenborn, Romain Weikmans, Edwin Zaccai en Fred Chomé, Roland Moreau, Cordelia Orfinger, Magali Ronsmans, Marc Lemaire en de ecologische overgangsondernemers van de KAYA-coalitie.

 

×
×

Winkelmand