In deze woelige tijden hebben we nood aan hoopvol politiek leiderschap
Hafsa El-Bazioui en Ilse Van Dienderen
Deze opinie verscheen eerder in Knack.
Het kon wel de start zijn van een nieuwe Netflix-reeks. De VS-president beleeft de zwartste dagen van zijn presidentschap, met al ruim 140.000 slachtoffers in zijn land door een wereldwijd gevreesd virus. Ministers die uit het raam kruipen om ‘lastige’ vragen over hun beleid te ontlopen. De vrees voor een tweede golf van besmettingen die vroeger dan verwacht realiteit dreigt te worden. Dit is echter jammer genoeg geen fictie. Dat de coronapandemie de wereld in haar greep houdt, is een understatement. Net nu hebben we nood aan hoopvol politiek leiderschap. En voorbeelden van wat dat zou kunnen betekenen zijn er al genoeg. Ze blijven nog onderbelicht in deze woelige tijden.
Geen blauw pak maar menselijkheid als handelsmerk
Het is een van de interessante vaststellingen in de crisis van de voorbije maanden: autoritaire macholeiders gingen – ondanks hun vermoeiende retoriek – vaak bijzonder slecht om met de crisis. Een ander soort leiderschap, op basis van andere waarden, is volgens ons meer geschikt voor de aanpak van de huidige en van de aan de gang zijnde klimaatcrisis. Er is meer toekomst voor een (politiek) leiderschap op basis van menselijkheid én langetermijnvisies. Wat als we het politiek landschap aan grauwe pakken inruilen voor oprechte leiders met verfrissende stemmen?
Stel je eens voor dat mensen als Trump, Bolsonaro, Poetin en Johnson, die halsstarrig klimaatuitdagingen en de gezondheidscrisis in hun land weigeren aan te pakken, tot het verleden zouden behoren. Stel je voor dat we voortaan de toekomst zouden kunnen schrijven met namen als Ardern, Raworth, Hidalgo en Van den Brandt. Vrouwen die zich laten kenmerken door menselijkheid en moedige beleidskeuzes.
Het Amerikaanse zakenblad Forbes vroeg het zich de voorbije maanden al af: zouden regio’s onder leiding van een vrouw dan toch verstandiger handelen in tijden van crisis? Wij voegen daar graag aan toe: wat hebben leiders die een moedig duurzaam beleid voeren met elkaar gemeen?
Donuts als antwoord op een wereld in crisis
Amsterdam, twee jaar geleden. De Britse onderzoekster Kate Raworth stelt er haar boek over de ‘Donuteconomie‘ voor. Geen eetbare donut, wél het model voor een duurzame wereldeconomie. Onderaan (de binnencirkel) is er het sociale fundament. Het gat van de donut (waar niemand mag belanden) staat voor sociale uitsluiting, tekort aan democratische rechten, tekort aan water en voedsel, slechte huisvesting, ondermaatse gezondheidszorg. Aan de bovenkant van de donut (de buitencirkel) zit het ecologisch plafond. Als je daar over gaat, overschrijd je de grenzen van onze planeet. In deze zone van ‘overshoot’ vinden we klimaatverandering of verlies aan biodiversiteit, luchtvervuiling, verzuring van onze oceanen en meer. Een levenswijze binnen de donut geeft dan ook uitzicht op een duurzame, vol te houden en rechtvaardige welvaart voor iedereen binnen de planetaire grenzen.
Nog geen jaar later stelt een aantal mensen van de Hogeschool van Amsterdam, de Amsterdam Economic Board en Pakhuis de Zwijger vast dat heel wat verschillende groepen in de stadsregio al bezig zijn om het donutmodel in de praktijk om te zetten. Niet lang hierna wordt de Amsterdam Donut Coalitie geboren. Raworth wordt professor of Practice bij de Hogeschool van Amsterdam en er ontstaat een nieuwe samenwerking met de stad. Wethouder Marieke van Doorninck beslist om het model in de hele stad te omarmen. Samen met Raworth ontwikkelt ze de Stadsdonut voor Amsterdam.
Met de donut op weg naar een circulaire economie
De ronde donut is een mooi beeld voor wat een circulaire (stedelijke) economie kan worden. Die richting uitgaan biedt heel wat kansen om meer werkgelegenheid te creëren en tegelijk de voetafdruk in grondstoffenverbruik fors te verminderen. Amsterdam wil tegen 2050 volledig circulair zijn en inzetten op drie thema’s waar de stad veel impact op heeft: (1) lokaal voedsel als norm, (2) hergebruik en/of hoogwaardige verwerking van consumptiegoederen (textiel, elektronica, meubels, plastic), (3) bouwen met hout in plaats van beton en betaalbaar wonen via sociaal huren en wooncoöperaties. De stad rekent op vele partners om dit samen uit te voeren. Op die korte tijd zien de ‘Donut Deals’ het licht. Deze gaan uit van het creëren van een verbinding tussen binnen en buiten de donut. Tegelijk is het de bedoeling verbinding tussen partners en culturen te creëren. Een voorbeeld van zo’n Donut Deal is Smart Window Dressing. Die slimme gordijnen zijn een goede zaak voor het klimaat, door minder energiegebruik, en ze geven ook via een project in de sociale economie extra kansen aan mensen die het moeilijk hebben op de arbeidsmarkt.
Moedige leiders beslissen nu
Wat in Amsterdam gebeurt, zien we ook in andere steden zoals Brussel of Parijs. Tien jaar geleden was het nog ondenkbaar in Parijs, maar dankzij burgemeester Anne Hidalgo wordt er volop gefietst in de stad. Er kwam een sterk fietsnetwerk, waardoor tienduizenden Parijzenaars zich nu dagelijks verplaatsen met de fiets. Bovenop deze modal shift (weg van de auto naar fietsen en te voet gaan) worden ook 170.000 bomen geplant, betonnen plekken onthard en straten autovrij gemaakt. Vanaf 2030 mogen auto’s met een verbrandingsmotor de stad niet meer in en worden alle straten fietsvriendelijk. Onlangs werd Hidalgo opnieuw verkozen, en de transformatie gaat verder. De hele stad wordt herwerkt op maat van de voetganger. Nu al zijn de Champs Elysées de eerste zondag van de maand autovrij, maar dat is maar een voorsmaakje van wat er nog zal komen.
Ook in Brussel zijn onder leiding van minister Elke Van den Brandt forse investeringen in openbaar vervoer en fietsnetwerken de realiteit. Met ‘Good Move’, het ambitieuze mobiliteitsplan voor het Brussels gewest, groeit er een aanpak via woonwijken en kiest ook Brussel voor een modal shift. Woonwijken worden ingericht als plekken waar mensen leven, kinderen spelen en buren elkaar ontmoeten. De mobiliteitsvraag gaat samen met een goede levenskwaliteit voor bewoners. Zo zal een wegenlengte van 250 km verkeersluw ingericht worden. De vele initiatieven in Brussel om bewoners – ten koste van de auto – meer ruimte te bieden tijdens de lockdown vielen ook de New York Times op die hier uitgebreid over berichtte. De lockdown legde immers het acute gebrek aan groene en open ruimte in steden bloot en wereldwijd zien we hoe vooruitziende stadsbesturen daar positief op inspelen.
Behoefte aan liefde en zachtaardigheid
Jacinda Ardern, premier van Nieuw-Zeeland, maakt van menselijk leiderschap een vanzelfsprekende waarde. Haar aanpak met menselijkheid in plaats van hardheid ging voor het eerst viraal na de terroristische aanslag in Christchurch waarbij een man 51 mensen om het leven bracht in een plaatselijke moskee. “Wij zijn doelwit geworden omdat wij staan voor gelijkheid, vriendelijkheid en diversiteit. Nu is er behoefte aan liefde en zachtaardigheid.” Het bleef niet bij woorden, enkele maanden later sloeg ze automatische wapens in de ban.
Doeltreffend is ook haar beleid inzake klimaat. Zo zet ze zich af tegen de steenkoolindustrie van buurland Australië en sluit ze een coalitie met andere kleinere landen om het klimaatbeleid op wereldschaal vooruit te laten gaan. Ook in de binnenlandse politiek toont ze moed en legde ze in 2019 een klimaatwet voor met als doel Nieuw Zeeland tegen 2050 CO2-neutraal te maken. Het elektriciteitsnetwerk over vijftien jaar verduurzamen en een miljard bomen aanplanten zijn maatregen uit de wet. De overheid gaat resoluut investeren in duurzame woningen, die verkocht kunnen worden tegen kostprijs of verhuurd kunnen worden. Opnieuw wordt hier het ecologische met het sociale verzoend.
Ook tijdens de coronacrisis toont Ardern dat haar aanpak werkt. Met haar empathische communicatie en vroegtijdig ingrijpen, beperkte ze grandioos het aantal besmettingen in Nieuw- Zeeland. Met een dagelijkse persconferentie werd iedereen door Ardern op de hoogte gehouden en ook via sociale media was ze live (vanuit haar woonkamer) bereikbaar voor burgers om hun bezorgdheden weg te nemen en hun vragen rechtstreeks te beantwoorden.
Meer verbindende communicatie, minder giftige tweets
Onze samenleving verandert gigantisch snel, sneller dan hoe menselijke structuren zich soms kunnen aanpassen. Uitdagingen als de klimaatcrisis, migratiegolven, de digitalisering of een wereldwijde pandemie kunnen triggers zijn voor ontwrichting. Deze schokken doen niet enkel iets met ‘het leven’, deze (snelle) veranderingen nemen ook letterlijk mensenlevens weg of vergroten nog de al bestaande ongelijkheid. In dergelijke tijden van structurele onzekerheid is er nood aan een andere vorm van leiderschap die wel in staat is burgers mee op weg te nemen in een soms complex veranderingsproces naar een nieuw maatschappelijk evenwicht dat wél duurzaam en rechtvaardig is. Op de vraag wat leiders die moedig duurzaam beleid voeren met elkaar gemeen hebben, is ons antwoord dan ook heel duidelijk: empathie én doeltreffendheid.
Echte leiders surfen niet mee op gevoelens van verontwaardiging maar voeren duurzaam beleid. Ze tonen dat verbindende communicatie, en niet de giftige tweets in hoofdletters, antwoorden bieden. Leiders handelen vandaag, verschuilen zich niet achter smoesjes over een ‘afwezig draagvlak’ en hebben het lef om hun beleid helder uit te leggen. Dat het vrouwen zijn die hierin de leiding nemen, kan ons alleen maar gelukkig stemmen. Het is de moeite om hier ernstig over na te denken. Anders kunnen we misschien niet voorkomen dat sommigen de huidige crisis gaan gebruiken om een vorm van leiderschap te versterken die we nu en in de toekomst net niet nodig hebben.
Hafsa El-Bazioui is bestuurslid van Oikos en gemeenteraadslid in Gent. Ze is Schepen voor Facility Management, Internationale Solidariteit en Personeel in 2022.
Ilse van Dienderen is bestuurslid bij Oikos en gemeenteraadslid in Antwerpen. Ze is Bio-ingenieur.