Voor het onafhankelijk studentenblad Veto gingen Jelle Van Herck en Dorien Jaenen in gesprek met John Restakis. Het interview kunt u ook hier nalezen. Met foto’s van Vincent Peeters.
John Restakis predikt voor een menselijkere en socialere economie, wat volgens hem niet onmogelijk is. Maar ‘de huidige economie streeft enkel winstbejag na’.
Kunt u het concept achter uw boek Humanizing the Economy verduidelijken?
John Restakis: ‘Het basisidee was om de geschiedenis en rol van het coöperatieve model te beschrijven en hoe individuen en gemeenschappen dit kunnen toepassen om hedendaagse uitdagingen het hoofd te bieden. Samenwerking binnen een coöperatie is de sleutel tot het herstel van sociale waarden binnen de economie. Met een humanere economie als resultaat.’
Mankeert onze hedendaagse economie dan menselijkheid?
‘De huidige economie streeft enkel winstbejag na. Bedrijven houden geen rekening met mogelijke schade aan het milieu, de gemeenschap en individuen. Op die manier maken ze de economie niet alleen minder menselijk, maar destabiliseren ze ook de samenleving.’
‘Coöperaties zorgen ervoor dat kapitaal onderworpen is aan een sociale controle. Want werknemers zijn er mede-eigenaars en beslissen zo zelf over hun werkomstandigheden. Hun veiligheid, welzijn en verloning staan hierdoor centraal. Dat is niet het geval in een kapitalistisch systeem, waar werknemers als een wegwerpproduct behandeld worden.’
Gaan bedrijven die zich profileren als sociaal verantwoordelijk dan nog niet ver genoeg?
‘Kapitalistische bedrijven die hun sociale verantwoordelijkheid opnemen zijn natuurlijk een goede zaak, maar het blijft een keuze. Dat kan van de ene dag op de andere veranderen, wanneer een nieuwe CEO aantreedt. Er is dus geen garantie dat ethische waarden op de langere termijn prioritair blijven. Een coöperatie verleent deze garantie wel omwille van haar democratisch bestuur. Dat laatste is zeer belangrijk en niet zomaar van ondergeschikt belang.’
Zorgt dit soort bestuur niet voor een trage besluitvorming? Een verwijt dat democratieën wel vaker te horen krijgen.
‘Het hangt ervan af hoe de coöperatie georganiseerd is. Er bestaat een naïef idee dat die iedereen moeten betrekken en zo niet tot een beslissing kan komen. De meeste coöperaties, vooral de grotere, hebben een raad van bestuur en managers om de dagelijkse beslissingen te nemen. Dat verloopt inderdaad niet zo snel als in een dictatuur. Want als je kijkt naar kapitalistische bedrijven, zijn dat pas dictaturen.’
‘De CEO is de baas en als je niet doet wat hij zegt, vlieg je buiten. In dat model wordt de CEO haast mythische krachten toegeschreven, als een soort superman/woman. Dat is natuurlijk complete nonsens. Het succes van een bedrijf draait om meer dan één persoon. Het komt voort uit de samenwerking van velen, niet uit het hoofd van één superstar CEO. Wat machtsuitoefening betreft, zijn ze autoritaire wonderen. Die zijn inderdaad zeer efficiënt…’
Er zijn tegenwoordig toch ook bedrijven die geen verticale hiërarchische structuur hebben, maar hun werknemers betrekken in de besluitvorming via een meer horizontale aanpak, zoals Apple en Google? Volgens velen leidt dit tot meer innovatie.
‘Het percentage van bedrijven dat zo werkt is nog steeds miniem. Meer open, democratische en horizontale structuren lijken inderdaad makkelijker tot innovatie te leiden, maar als dat het geval is, pleit dit nog sterker voor coöperaties. Meer democratie binnen bedrijven kan ik alleen maar toejuichen, maar dat is net de reden waarom ik voorstander ben van coöperaties.’
Burgers kweken
U hecht veel belang aan het betrekken van burgers en de gemeenschap (civil society), in beslissingsprocessen die momenteel in handen zijn van kleine elites. Hoe wilt u dit verwezenlijken?
‘Een van de meest effectieve manieren om dat te doen, is via een hervorming en democratisering van de openbare diensten. Of je nu een student bent die een studiebeurs ontvangt, of een patiënt die zijn geneesmiddel terugbetaald krijgt, iedereen doet wel eens een beroep op zulke overheidsdiensten.’
‘Het is uiterst belangrijk om mensen te betrekken bij het bestuur van instellingen waar ze dagelijks mee te maken krijgen. Het schoolsysteem lijkt me een goed startpunt, omdat onderwijs iedereen aanbelangt en het een fundament is van de moderne samenleving. Scholen kunnen een laboratorium worden voor burgers om te leren omgaan met democratische beslissingsprocessen. Op die manier krijgen studenten, leraren en ouders directe controle over hun eigen onderwijs. In het Verenigd Koninkrijk hebben ze hiermee al geëxperimenteerd. Zo’n 300 à 400 scholen zijn omgevormd tot coöperaties. Het resultaat is indrukwekkend. Het engagement van studenten is samen met hun scores systematisch verbeterd.’
Ik kan me inbeelden dat niet alle studenten even enthousiast zijn om hun energie daaraan te spenderen. Riskeer je niet enkel een minderheid aan te spreken?
‘Zoals bij elke coöperatie is er steeds een kleine minderheid die zich engageert. Je kan mensen immers niet verplichten mee te werken. Je wil overigens ook geen mensen die niet geïnteresseerd zijn. Dat is ook het punt niet, wel dat studenten die zich willen engageren, effectief de kans krijgen dit te doen.’
Denkt u door studenten deze kans te geven, dat de democratie en dus de samenleving op lange termijn ten goede komt?
‘Burgerschap is volgens mij niet iets waarmee je geboren wordt, mensen moeten dit leren. Het maakt deel uit van je persoonlijke leven. Wanneer je elke dag mee beslissingen neemt, op school of op de werkvloer, verwerf je eigenlijk democratische vaardigheden. Wanneer je echter nooit een stem krijgt en als onbelangrijk wordt behandeld, waar ga je het dan leren? Ik geloof sterk dat de creatie van coöperatieve structuren een versterking betekent van de democratie.’
Een verlichte staat
Ziet u ook een rol voor de overheid weggelegd, om de gemeenschap meer te betrekken?
‘Voor mij is dat zeer duidelijk: indien de overheid echt geïnteresseerd is in het versterken van de democratie, moet ze investeren in democratische instellingen. De staat speelt hierin een sleutelrol, maar die is tegelijkertijd zeer delicaat. Er bestaat namelijk een dunne lijn tussen enerzijds het promoten van democratische instellingen en anderzijds het controleren van deze organisaties.’
‘Er zijn veel voorbeelden van staten die coöperaties ondersteunden, maar deze uiteindelijk corrumpeerden. Dat tastte de waarden en de onafhankelijkheid van deze coöperaties aan, waardoor ze instrumenten werden van de staat. Dat gevaar bestaat altijd en het is aan de coöperaties en de gemeenschap om zich hiertegen te wapenen.’
De autonomie van coöperaties is dus essentieel?
‘Absoluut, maar het is ook een paradox: je hebt sterke en onafhankelijke coöperaties nodig, die zichzelf kunnen besturen. Daarvoor heb je echter ook nood aan een verlichte regering, die via haar wetgeving en beleid voldoende ruimte creëert, zodat zulke initiatieven zich zouden ontwikkelen.’
Zorg op maat
Volgens u zijn deze initiatieven geschikt voor alle sectoren waaronder de gezondheidssector. Waar plaatst u coöperaties, binnen het kader van zowel private gezondheidszorg als de sociale zekerheid?
‘Dit is een belangrijke sector voor coöperaties. Omwille van dalende staatsteun, is gezondheidszorg steeds meer ondergeschikt aan privaat kapitaal, dat enkel winstbejag nastreeft en zo de zorgsector kapot maakt.’
‘Coöperaties vormen de perfecte oplossing voor overheden die de zorg niet willen privatiseren, maar tegelijkertijd de kwaliteit ervan willen behouden. Zo bestaan er voorbeelden in Japan van coöperaties die ziekenhuizen beheren. Als de staat dus geïnteresseerd is in een systeem dat de controle in de handen van de burger legt en zijn of haar individuele noden eerst zet, weet ze waar te zoeken.’
Dus de toekomst van de gezondheidszorg ligt bij coöperaties en niet in een systeem dat beheerd wordt door de overheid?
‘Ik denk dat er een mix van de twee nodig is. Niet alle diensten kunnen door coöperaties worden aangeboden, de ene gemeenschap kan zich immers sterker organiseren dan de andere. Op nationaal en internationaal niveau beschikken coöperaties niet over de middelen om een succesvol systeem in te stellen, de staat heeft daarentegen het voordeel van schaalgrootte om dit efficiënt te doen.’
‘Er moet dus een universeel systeem aanwezig zijn, dat een sterk fundament vormt voor basiszorg. Daarnaast is er nood aan zorg op maat voor bepaalde groepen en individuen, zoals senioren. Gezondheidscoöperaties kunnen dit type zorg op een meer flexibele manier aanbieden, tenminste als de leden ervan daarbij betrokken worden. Dat laatste is niet echt mogelijk op het niveau van de staat.’
Big Business
De meeste coöperaties in uw boek werken eerder lokaal. Is in de toekomst een meer nationale of zelfs globale aanpak mogelijk?
‘Dat is inderdaad mogelijk, maar de kwaliteit van de besluitvorming en de relatie tussen de leden van de coöperaties zou er dan helemaal anders uitzien. Op lokaal vlak kennen die elkaar vaak en verloopt de besluitvorming dan ook persoonlijk. Wanneer coöperaties internationaal opereren, wordt dit proces echter veel onpersoonlijker. In een perfecte wereld zouden bestuursinstellingen trouwens lokaal georganiseerd zijn. Helaas is dat niet de wereld waarin wij leven. Als coöperaties echt invloedrijk willen zijn, moeten ze op alle niveaus kunnen opereren, van het lokale tot het globale. Dat is een grote uitdaging, die nog nooit eerder in de geschiedenis is aangegaan.’
Denkt u dat coöperaties in de toekomst kunnen concurreren met de grote multinationals, of is dat helemaal niet de bedoeling?
‘Ik denk inderdaad dat dat niet de bedoeling is. Het hoofddoel van een coöperatie is haar leden dienen. Om dat te doen moet ze echter wel overleven en dat betekent inderdaad de competitie aangaan met kapitalistische firma’s. Dat hoort er nu eenmaal bij.’
‘Problematisch is wel dat succesvolle coöperaties vaak na een tijdje een omgekeerde logica gaan volgen. Niet langer de sociale missie is dan prioritair, maar de competitie. Schaalvergroting brengt altijd dat risico mee en ik weet niet hoe we dat kunnen oplossen. Al zijn er voldoende voorbeelden van grote coöperaties die de juiste balans gevonden hebben.’
Iets anders: gelooft u dat de aanvankelijke weigering van de Waalse regering om het CETA-verdrag te ondertekenen, een voorbeeld is van Humanizing the Economy?
‘Het is zeker gerelateerd. Wallonië‘s bezorgdheid heeft te maken met het arbitragesysteem in het verdrag dat overheden en burgers de macht ontneemt over het doen en laten van ondernemingen. Anders gesteld: zij verliezen de sociale controle over het kapitaal. Ik geloof dat via coöperaties zij die controle terug kunnen verwerven en daar draait Humanizing the Economy nu net om.’
Velen zouden nochtans argumenteren dat zulke verdragen een logisch gevolg zijn van de globalisering, die als positief aanzien wordt.
‘Propaganda ziet dat als iets positief. Als je de doorsnee Spanjaard of Griek zijn mening vraagt over globalisering, zou je verbaasd zijn over wat ze antwoorden. Hetzelfde geldt overigens ook voor België. Kijk wat er gebeurd is in Groot-Britannië met de Brexit, dat was eigenlijk een veroordeling van de globalisering. Het is waar, propaganda stelt het voor als iets positiefs maar dat is vaak het probleem met propaganda.’
Van wie is die propaganda dan afkomstig?
‘Overheden ongetwijfeld en natuurlijk de media. Ik ben ervan overtuigd dat de globaliseringskwestie vervormd wordt in het voordeel van zij die ervan profiteren. Begrijp me niet verkeerd, ik geloof niet dat we terug moet keren naar middeleeuwse toestanden. Het feit dat mensen nu gemakkelijker toegang hebben tot informatie, communicatie en dus kennis is zeker een goede zaak.’
‘Wanneer we spreken over globalisatie, spreken we echter voornamelijk over kapitaal en niet over arbeid en dat is problematisch. Ik kan namelijk overal ter wereld makkelijk investeren, maar eender waar werken is een andere zaak. Globalisatie kent dus twee maten en twee gewichten.’
Elon Musk achterna?
Tot slot: welk advies zou u aan studenten willen geven die hun eerste stappen in de arbeidsmarkt zetten?
‘Start een coöperatie (lacht) ! Het wordt steeds moeilijker voor jonge mensen om een betekenisvolle en stabiele job te vinden. Veel studenten die net afgestudeerd zijn willen niet langer voor een baas werken en dus zien ze geen ander alternatief dan een eigen zaak oprichten. Dat is ook iets heel prestigieus in onze huidige samenleving. Ik zou studenten toch willen aanmoedigen op zoek te gaan naar andere mogelijkheden, wat velen reeds doen door kapitaal en kennis te bundelen. Eigenlijk hoef ik dus geen advies meer te geven.’
U zou dus liever wat meer coöperaties zien en wat minder Elon Musk?
‘Ik heb niets tegen Musk, maar de mythe van de superstar kapitalist doet inderdaad meer kwaad dan goed.’