Ze domineren nu al weken de krantenkoppen, de 30.000 jongeren die spijbelen voor het klimaat. En het is schitterend om te zien hoe Anuna De Wever, een jongedame met pit, haar boodschap vol passie verkondigt. Maar een artikel in De Standaard zette daar meteen een bedenking bij: vooral jongeren uit de middenklasse zouden wakker liggen van het klimaat. Een analyse die een belangrijke nuancering verdient. Want ook kinderen en jongeren in armoede zijn erg begaan met het klimaat. Alleen leggen zij meteen een verband met andere uitdagingen in hun leven.
De 16-jarige Asma sprak me er recent nog over aan: “Waarom hebben mijn kleine broer en zus vaak zoveel last van hun longen dat ze aan de aerosol moeten?” Hun gezin woont inderdaad in een ongezonde straat. De luchtkwaliteit krijgt er een opvallende rode bol toegedicht door de overheid. Zoals in wel meer armere wijken, kaartte CurieuzeNeuzen onlangs nog aan. “Dus waarom grijpt de overheid niet in?” wil Asma dan ook weten.
Diezelfde bezorgdheid kwam naar voren in een traject dat Uit de Marge het afgelopen halfjaar doorliep met een dertig maatschappelijk kwetsbare jongeren. Ter voorbereiding van een congres voor honderd jongeren konden zij zelf een aantal thema’s kiezen die belangrijk zijn voor hen. Natuur en milieu stond wel degelijk op één, gevolgd door armoede en wonen. Deze jongeren, van Bredene tot Landen, staan dan ook te springen om hun leeftijdsgenoten te steunen als die op straat komen voor het klimaat. Maar zij hebben niet de luxe om elke donderdag te spijbelen. De prijs van een treinticket naar Brussel is vaak al een belangrijke drempel. Uit de Marge besliste om hen de kans te geven om ook hun stem te laten horen in de hoofdstad. Maar we willen ook oog hebben voor de impact van de klimaatuitdaging op hun dagelijkse leven.
Hun ouders komen namelijk moeilijk rond: ze kunnen de huur amper betalen en leven in woningen die nauwelijks geïsoleerd zijn, waar de ramen nog enkele beglazing hebben en de energierekeningen hoog oplopen.
‘Deze jongeren zien in dat beleidsmakers niet alleen grote stappen voorwaarts moeten zetten op vlak van klimaat, maar ook in domeinen als wonen en armoede. Want dat hangt allemaal samen.’
En zij stellen zelf ook oplossingen voor: zwerfvuil aanpakken, meer groene ruimtes creëren in de buurt en een degelijk en betaalbaar openbaar vervoer bijvoorbeeld. Maar dat zijn slechts kleine acties. Om grote veranderingen op de kaart te zetten bij de industrie of in ons economisch systeem, hebben ze niet genoeg macht. Want als zelfs hun engagement voor het klimaat in vraag wordt gesteld en wordt afgemeten aan het engagement van jongeren uit de middenklasse, hoe groot is dan de kans dat er écht naar hen geluisterd wordt?
Waar veel van de jongeren van middenklasse gezinnen kiezen om hiervoor te spijbelen, komen onze jongeren in problemen terecht waardoor ze gaan spijbelen. Onze jongeren zijn oververtegenwoordigd in de spijbelcijfers. Omdat ze in armoede leven, omdat hun ouders het aartsmoeilijk hebben, omdat ze discriminatie en racisme meemaken, omdat ze zich uitgesloten voelen door onze samenleving. Maar zij halen de media niet, of toch niet op een positieve manier. Zij worden niet uitgenodigd bij ministers om uit te leggen waarom ze niet elke dag op de schoolbanken zitten.
Nochtans is hun boodschap helder en duidelijk. Zij vragen alleen dat zij niet de dupe worden van de klimaatregels. Zij vragen dat de overheid een beleid ontwikkelt dat ook rekening houdt met mensen in armoede. En dat er bondgenootschappen ontstaan, tussen verschillende socio-economische lagen van de bevolking, van verschillende genders en afkomst, met één gezamenlijk doel: een beleid dat iedereen ten goede komt, op vlak van klimaat, armoede én discriminatie.
Laat ons dus samen op straat komen, zeker. Voor het klimaat. Maar ook voor een samenleving waarin alle kinderen en jongeren erbij horen en ze al hun talenten kunnen ontwikkelen. Het wordt dringend tijd dat de media, het beleid en de samenleving ook deze jongeren zien. ‘We Do Give A Shit!’ is niet voor niets de naam van het jongerencongres dat we de voorbije maanden hebben voorbereid. Als iets duidelijk is geworden uit de donderdagse klimaatmarsen, dan is het dat de jongeren aan zet zijn. ALLE jongeren. Want wat je voor ons doet, zonder ons, doe je tegen ons.