De innovatie van Filantropie

Social Impact Bonds in Vlaanderen.

In diverse steden zoals in Antwerpen -al claimt SP.a dat ze sociaal werk niet vermarkt- en in Vlaanderen, is er een nieuw investeringssysteem ontwikkeld om sociaal werk te financieren. De zogenaamde “Social impact Bonds”. Nu ook in Kortrijk bij het Oranjehuis dat samen met BNP Paribas Fortis een SIB-project opzet, “Back on Track” om 133 jongvolwassenen bij te staan die in een situatie van dreigende dakloosheid verzeild zijn geraakt. 

 (https://www.standaard.be/cnt/dmf20200304_04876226). Laat ons meteen duidelijk zijn, helaas een gat in de markt daar deze doelgroep al te vaak vergeten wordt. En zeker vanuit een outreachende Housing First-benadering is daar wel wat experimenteel basiswerk te verrichten.

De financiering wordt gedaan via een SIB.  De noodzakelijke 1,7 miljoen euro wordt op tafel gelegd door de  bank BNP Paribas Fortis. En dat roept vragen op. Bij “Social Impact Bonds” nemen bedrijven de werking (of beter: modus operandi) van sociaal werk over via een “pay per succes”-systeem. Erg outputgericht sociaal werk dus. Menig onderzoek naar de politieke, ideologisch en empirische context van SIB’s in het VK, in de VS en andere landen als Nederland, laat kritische geluiden horen. Zeker over de bredere shift van de welvaartstaat die toenemend uitgehold wordt en geprivatiseerd.

Wat gebeurt er wanneer “welfare” wordt vervangen door “profit”? Zoals Spicker stelt in onderzoek over SIB’s: “SIBs are certainly an interesting idea, but they are also a significant innovation in how social welfare services are funded and provided. They constitute a boundary shift in the nature of social welfare and raise fundamental questions about what makes a service ‘public’ and what, if anything, is changed in the  nature  of  a  welfare  service  when  it is  incentivised  by profit” (Spicker,  2009: In: Social Impact Bonds: Shifting the Boundaries of Citizenship. Available from: https://www.researchgate.net/publication/263004415_Social_Impact_Bonds_Shifting_the_Boundaries_of_Citizenship). Dezelfde kritische bedenkingen werden onlangs op Sociaal.net gegeven, in een bijdrage van journalist Menno Bosma https://sociaal.net/achtergrond/social-impact-bonds-nederland/. Maar er zijn nog wel wat andere vragen te stellen. Voor we te hard van stapel lopen, even wat vragen dus.  Wat is die “SIB”? Hoe werkt dat? En wat is er mis mee?

 

Hoe werkt het?

Private investeerders krijgen directe winst uit hun investeringen via SIB’s door een besparingsoperatie die publiek geld naar private aandeelhouders sluist. De winst door rente die het risico van private investeerders moet dekken, kan enkel komen van wat men bespaart. In het beste geval is dat door middelen die men anders moet uitgeven aan ergere interventies, in preventie te stoppen van SIB-projecten.

Hier gaat men dus geld verdienen aan groepen zoals daklozen en kwetsbare jongeren (normaal tussen de 2 en 9% bij SIB’s). Als het doel wordt behaald, dan wordt het geleende kapitaal met rente – vanuit besparingen op uitkerings- of andere budgetten – door de overheid terugbetaald aan de private investeerders. Mislukt een SIB en wordt het resultaat dus niet behaald, dan ligt het verwaarloosbare risico bij de investeerders. Let wel, in theorie, want vaak springt de overheid dan in volgens menig onderzoek.

 

De politiek-ideologische vraag

Laat ons vooral de politiek-ideologische vraag niet uit de weg gaan. En slechts dit debat voeren op basis van de vraag “werkt het of werkt het niet”: een zoveelste poging om sociaal werk te evalueren aan de hand van pragmatische techno-politiek. Maar politiek-ideologisch dus. Banken en bedrijven winnen tweemaal, omdat ze nu meedoen en macht krijgen aan twee kanten van de onderhandelingstafel: aan de ene kant onderhandelen over hoeveel belastingen ze betalen en hoe sterk de vennootschapsbelastingen kunnen dalen, en aan de andere kant hoeveel ze kunnen verdienen aan sociale interventies omdat er “te weinig geld is bij de overheid om te investeren”.

Maar de winst is groter. De symbolische winst is groot, waarvan we weten dat dit zich omzet in marktwaarde. Bijvoorbeeld: “BNP Paribas Fortis als de trekker van reddende bedrijven voor “De Jordy-jongeren”” Een betere framing voor Corporate Social Responsibility-PR had men niet kunnen bedenken. Wat het bedrijf nu ook nog doet: het bedrijf is een welwillende weldoener. Niemand die vragen stelt aan BNP Paribas Fortis waarom de overheid te weinig publieke middelen heeft? En hoeveel belastingen banken betalen of hoe ze zelf omgaan met geld als maatschappelijke actor. Of hoeveel bedrijven- ja, ook sociaal ondernemende bedrijven als Colruyt- betalen of omgaan met belastingen. (zie: https://www.demorgen.be/nieuws/colruyt-over-onthullingen-we-zijn-een-van-de-grootste-belastingbetalers-in-belgie~bfbbd2df/). Kortom, het hele debat over de principiële rechtvaardigheidskwestie, die ook materieel over publieke middelen en eerlijke verdeling gaat, wordt opgelost door de overheid aan de kant te zetten. De besparingen zijn netjes geparkeerd, “no questions asked”.

 

Wat weten we uit de praktijk en onderzoek?

Waar de vorige minister van Welzijn zich tegen de vermarkting van sociaal werk keerde, is minister Beke een voorstander. “Omdat het innovatie oplevert”. Die claim, die een “vanzelfsprekend” moet oproepen, wordt nergens onderbouwd. En moet een gevoel oproepen dat overheidsmiddelen geen vernieuwing met zich meebrengen. Nochtans stelt onderzoek van Maier en Meyer (2017) in “Social Impact Bonds and the Perils of Aligned Interests”, dat zich neutraal positioneert dat net een doordachte onderhandeling en analyse van relaties en contracten cruciaal is: (https://www.mdpi.com/2076-3387/7/3/24/htm). “As almost any contract, SIBs involve actors with complex, partly converging and partly diverging interests. Proponents should avoid the illusion that all these interests can be easily aligned without displacing or neglecting some of them. It is impossible to merge these interests into a complete contract that fully satisfies all. At best, partners can agree on a psychological contract (Rousseau 1995) that hinders actors to pursue a hidden agenda at the cost of others. Moreover, in the best of all SIB-worlds, actors engage in honest and thorough negotiations to align their interests as far as possible.” Kortom: bij SIB’s doet context en actoren ertoe: ze zijn allerminst “zomaar innovatief”. De vraag naar de contouren van onderhandeling, de rol van de overheid, de aanduiding van personeel en specifieke output is cruciaal.

Onderzoek wijst ook op kritische wijze naar het zogenaamde “pistachio-effect”. Dat betekent dat een sterke marktgedreven outputgerichte werking, dreigt om de meest kwetsbare groepen uit te stoten. En dus enkel mikt op directe dienstverlening waarmee men expliciet de output kan halen.

Ook de bredere context waarin kwetsbare groepen zitten wordt eraf gereden: dit gaat om dienstverlening zonder politiek luik. Waardoor men sociaal werk depolitiseert. Bye bye politiserend en structureel sociaal werk dus. Waarom denk je dat veel projecten gaan over directe outputgerichte dienstverlening zoals begeleiding naar werk. Waar men dan ziet dat er wel degelijk een verschil wordt gemaakt in doorstroom naar de arbeidsmarkt voor kwetsbare groepen -ja, een stap vooruit- maar de duurzaamheid van die tewerkstelling, zo weten we uit onderzoek is belabberd. (zie: Carpentier, S. (2016), Levens in transitie. Een studie naar de sociaaleconomische trajecten van bijstandsgerechtigden in België, Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck – Universiteit Antwerpen.) De structurele problemen die er zijn door er drempels op de arbeidsmarkt worden ingebouwd en hoe die arbeidsmarkt ongelijkheid reproduceert, blijven netjes buiten dit plaatje.

 

Veranderde relaties in de verhouding tussen overheid-investeerders-sociaal werk en doelgroepen.

Maar er is meer dat vragen oproept. Social Impact Bonds veranderen ook de relaties op het terrein zelf. Tussen organisaties, evaluatoren, overheid en doelgroepen. Wat een hulpverleningsrelatie is, gebaseerd op vertrouwen waarin tijd een belangrijk rol speelt, wordt nu onder tijdsdruk een marktrelatie. Men moet outputgericht cijfers halen. En de cliënt of kwetsbare burger dreigt daarin een individueel subject te worden, dat mee die output moet garanderen door zich ondernemend op te stellen

Onderzoek van Christine Cooper, Cameron Graham en Darlene Himick van 2015, met de titel “Social impact bonds: The securitization of the homeless“, belicht de manier waarop een zekere ideologische invloed intreedt in wat sociaal werk moet zijn: “The SIB is thoroughly neoliberal in that it is constructed upon an assumption that there is no such thing as a social problem, only individuals who fail. The SIB transforms all participants in the bond, except perhaps the homeless themselves, into entrepreneurs. The homeless are instead “failed entrepreneurs” who become securitized into the potential future cash flows of investors.” (https://www.sciencedirect.com/science/article/abs/pii/S0361368216300897?fbclid=IwAR1djH_rUbjwI1Ju3YuZBZqntyY_UAvrLyO-mFuh2YXhX__ymJyemiMmVdc. Of waarom was daartegen zoveel verzet in Gent toen projectontwikkelaar ReVive dat probeerde door te drukken in buurtwerkpraktijken? Zie deze bijdrage van Hans Grymonprez en mezelf (https://kifkif.be/cnt/artikel/de-markt-versus-de-samenleving-sociaal-werk-een-politiek-van-vermarkting-3084?fbclid=IwAR32l5ysedorS5F-KJ3mvYNjY1esBhWgxPvCOoahxHUIf53cIn-JhG0JrXk).

Ook dit onderzoek geeft soortgelijke risico’s aan op het niveau van kwetsbare doelgroepen zelf, waarbij een bepaalde laag van burgers wordt ingesloten, terwijl andere worden uitgesloten. “Assessing performance in relation to outcomes rather than narrower indicators does  not  resolve  this  problem  nor  address  the  incentive  to games  playing – focusing  on meeting formal performance targets rather than substantive issues –  and shaping services to meet the terms of a contract rather than the needs of clients (Hudson et al., 2010; Batmanghelidjh, 2012). SIBs could encourage investors to focus on policy areas which have more readily measurable results, but not necessarily address the underlying causes of the most serious cases, and encourage a focus on the ‘low hanging fruit’ (Davison,  2013).  This  can  lead  to ‘mission-drift’ (or shift), as investors pressurize service providers to prioritise outcomes which are more readily measured and away from the most needy.” (Starr,  2012, IN: Social Impact Bonds: Shifting the Boundaries of Citizenship. Available from: https://www.researchgate.net/publication/263004415_Social_Impact_Bonds_Shifting_the_Boundaries_of_Citizenship [accessed Mar 06 2020].)

Aanvullend, zoals onderzoek aangeeft is er ook een ideologische shift in de manier waarop er beleid gevoerd wordt en aan sociaal werk gedaan wordt.  Ik verwijs bijvoorbeeld naar “Social impact bonds: a wolf in sheep’s clothing? (Neil McHugh, Stephen Sinclair, Michael Roy, Leslie Huckfield, Cam Donaldson, In: Journal of Poverty and Social Justice 21 (3), 247-257, 2013): “
This article provides a rounded critique of social impact bonds (SIBs): a newly developed and innovative financial investment model, developed in the UK and starting to spread internationally that could transform the provision of social services. Although SIBs have the potential to influence delivery by all providers, this article raises three concerns about their possible effects – in relation to their potential outcomes, unintended consequences for the UK third sector, and governance – and then reflects on SIBs as the latest manifestation of the ideological shift which the UK third sector is undergoing. As the authors demonstrate in the UK SIBs represent more than just an expansion of existing privatisation measures; they are part of the financialisation of service provision and delivery, bringing venture capital and the risk calculations and hedging of welfare outcomes to the financial market in an effort to shake up the assumed public sector inertia. As the authors discuss, the assumptions of risk, cost-saving attributes and the measurability of outcomes are all problematic in the financialised framework.https://www.ingentaconnect.com/content/tpp/jpsj/2013/00000021/00000003/art00005). 

De theorie is daarenboven anders dan de echte praktijk, gezien de altijd additionele beloftes die nodig zijn naar investeerders toe: “Despite policy enthusiasm across the globe, SIBs have failed to attract private market investors without substantial additional guarantees. SIBs raise questions about government’s ability to ensure broader public values.” (zie dit onderzoek: https://scholar.google.be/scholar… . Dezelfde boodschap wordt herhaald in deze bijdrage van 2016, van Alec Fraser, Stefanie Tan, Mylene Lagarde en Nicolas Mays, “Narratives of Promise, Narratives of Caution: A Review of the Literature on Social Impact Bonds.”.

 

En het Vlaamse middenveld?

Dit Vlaamse decreet passeerde een tijd geleden en werd goedgekeurd zonder kritische tegenstem. Wat ook iets zegt over hoe het middenveld hierop voorbereid is: http://www.ejustice.just.fgov.be/cgi_loi/change_lg.pl?language=nl&la=N&cn=2018042004&table_name=wet&fbclid=IwAR3hZHFSAZVm8To0MSPAnTsmGLugISSv0-pKqr2hhoxnShpfC3n2_4yJ_Yk.

Wat ons brengt tot de vraag over de politieke rol van het middenveld. Er is een sterke drive om zich tegen vermarkting te keren. Ik verwijs naar de morele schok die de privatisering van de daklozenopvang in Antwerpen, en op een ietwat andere manier in Gent gaf. Die morele weeklacht is correct. Er is iets grondig fout met de manier waarop sociaal werk in de handen van bedrijven wordt gegeven. (lees: https://sociaal.net/achtergrond/sociaal-werk-zal-politiek-zijn/). Niet in het minst is de politieke rol van het middenveld wankel tot afwezig in dat soort bedrijfsaanpak.

Maar het zou het middenveld zelf sterker moeten strategisch positioneren op de vraag “waarom” bedrijven aangesproken worden, vanuit een marktgerichte strategie, voor vaak innovatieve projecten en dito sociaalwerkpraktijk. Ik verwijs even naar de praktijk. Dit zowel naar de combinatie van functies die G4S (ja, die hebben een ethisch wankele reputatie) inneemt in de daklozenopvang Vesalius in Gent, waar het middenveld die verweving van functies niet ziet zitten, want “dat doen we niet”. Terwijl men in een Taskforce Wonen belooft “out of the box” te handelen. Dat spreekt de Stad Gent niet goed, hoe ze te werk gaat op basis van tendering, maar vragen dienen in alle richtingen worden gesteld.

Of een andere vraag. Welke projecten worden nu opgezet via een SIB? Veelal outputgerichte praktijken waar veel basiswerk komt bij kijken: begeleiden naar werk en coaching, begeleiding naar een woning en outreach. Hebben veel organisaties doorheen de tijd, geduwd en vaak verplicht vanuit overheidswege, zich niet in een keurslijf laten duwen van altijd maar efficiënter en effectiever handelen, met professionalisering als dictum? Met fusies, schaalvergroting en vertweedelijnsing samen met standaardisering als invulling daarvan? Allemaal beweging weg van de basis. Weg van het basiswerk. Het basiswerk is vandaag vooral toenemend voor vrijwilligers, zeker met kwetsbare groepen, en zeker met burgers met migratieroots en nieuwkomers. In tientallen gesprekken en interviews komt die ene zin naar boven: “Maar daar hebben professionals geen tijd meer voor he.”

Hier zou men historisch inzicht moeten verweven in het andere verhaal over en vanuit het sociaal werk: Is het niet ironisch en cynisch dat innovatief sociaal werk tegenwoordig moet betaald worden met geld uit de zakenwereld, die dus toenemend financiële voordelen kreeg de laatste decennia, met het gevolg dat er minder publiek geld was om te investeren? Vandaag heet dit “innovatie” en “risicovol sociaal ondernemen”. Om dus aan experimenteel basiswerk te doen? Terwijl dat basiswerk door de overheid de laatste decennia werd afgebouwd. Een mooi verhaal dat perfect de bewegingen in sociaal dehistoriseert en depolitiseert. Wat er vooral innovatief lijkt, is hoe het verleden terugkeert in een toekomstverhaal over SIB’s: een verhaal over de innovatie van filantropie dus?

Pascal Debruyne is Dr in de Politieke wetenschappen, werkzaam als onderzoeker bij Odisee Hogeschool, en voorzitter van VZW Uit De Marge VZW en Samenlevingsopbouw Vlaanderen.

×
×

Winkelmand