CO2 en btw – Uitdagingen van de milieufiscaliteit in het kader van de derde industriële revolutie

Dit boek biedt een opmerkelijke combinatie van pedagogische bijdragen over diverse vormen van milieufiscaliteit, met daarnaast nieuwe progressieve inzichten, de overname van radicale ecologische doelstellingen (zoals 100% hernieuwbare energie), maar tegelijk ook klassiek rechtse standpunten en ten slotte een droog overzicht van vormen van btw-doorrekening bij verschillende vormen van milieu-acties, gaande van het leggen van zonnepanelen, tot mestverwerking, de aanschaf van elektrische voertuigen en het werken met dienstencheques. 

De auteur weet op heldere wijze inzicht te verschaffen in de principes achter milieufiscaliteit en in andere economische vraagstukken zoals de ‘tragedy of the commons’, het ‘prisoner’s dilemma’, het Pareto-principe. 

Toch reikt de ambitie van de auteur verder dan het schrijven van een bevattelijk handboek. Op vlak van visie volgt de auteur de kritiek op het economische groei denken en neemt hij zelfs tien alternatieve beleidsvoorstellen over van Giorgis Kallis (‘Degrowth : A Vocabulary for a New Era” ) zoals werkdelen, de invoering van een basisinkomen en een maximuminkomen, steun aan de solidaire economie en de vervanging van het BBP als economische maat.

Hij inspireert zich verder aan het denken rond de limieten van de markt van Paul De Grauwe, hij pleit voor een publiek-private samenwerking om te investeren in de derde industriële revolutie naar het model van Jeremy Rifkin en hij gelooft samen met Paul Mason in de komst van postkapitalisme en een derde sector naast overheid en markt, de ‘non for profit sector’. Hij heeft zich door al deze auteurs tot op zekere hoogte laten overtuigen en neemt hun inzichten met veel overtuigingskracht over, maar verderop in het boek blijkt dat die botsen met zijn meer klassieke economische opvattingen (afschaffing van de automatische loonindexering, afbouw van delen van de sociale zekerheid).

Anderzijds onderkent hij de nood aan een vermogensbelasting in het spoor van Piketty. “Om het draagkrachtbeginsel te respecteren”. 

Zelf zegt hij te willen komen tot een synthese van voorstellen van links en rechts. De optimale belastingmix is voor hem dan “een mix van een lage vennootschapsbelasting, een hervormde transparante personenbelasting met behoud van haar inkomensverdelend effect gecombineerd met een verschuiving van belasting van arbeid naar meer belasting van verbruik (hogere btw) en milieuheffingen”. 

Het scharnierpunt van zijn visie op een (groene) belastingshervorming is dat een taxshift van belasting op arbeid naar een hogere btw, niet regressief hoeft te zijn. Een dergelijke taks shift kan de prijzen van goederen zelfs doen dalen. Dat zal meer bepaald het geval zijn voor arbeidsintensieven producten en diensten. En hogere inkomens besteden relatief meer aan goederen en diensten.  

Maar een hogere BTW zal niet volstaan. Hij pleit wel degelijk rechttoe rechtaan voor hogere milieuheffingen. Waaronder ook een CO2-heffing. Hij deelt de scepsis over het bestaand CO2-emissiehandelsysteem op Europees niveau en pleit voor ‘de invoering van één wereldwijd werkend systeem van handel in CO2-rechten, waarbij niet te veel emissierechten mogen worden verstrekt en de prijs per ton CO2 voldoende hoog moet blijven”.

Waar hij echter niet voor pleit is een hervorming ten gronde van de BTW vanuit milieustandpunt of m.b.t. CO2. De titel van het boek leek nochtans in die richting te wijzen. Dus geen voorstellen rond een belasting op onttrokken waarde (bow)(1) of een belasting op toegevoegde koolstof (btk)(2)  als groen totaal alternatief voor de btw. Ook de mogelijke invoering van een nationale (of Europese ) CO2-heffing blijft in feite onbesproken. 

De keuze die Ruysschaert maakt komt slechts gedeeltelijk overeen met de aanbevelingen van het Nederlandse Planbureau voor de Leefomgeving(3), dat de milieu-effecten van een verschuiving van belastingsdruk op arbeid naar consumptie vorig jaar onderzocht. Hun besluit : 

“De politieke wens om de belastingdruk te verschuiven van arbeid naar consumptie en tegelijkertijd het belastingstelsel te vergroenen en minder complex te maken, is te ambitieus. Het is verstandiger belastingen in te zetten voor hun primaire doel: de btw voor de opbrengst en groene belastingen voor de vermindering van bijvoorbeeld milieuvervuiling of verkeerscongestie. En met die groene belastingen valt nog meer groen resultaat te behalen. “

 

Boek: CO2 en btw. Uitdagingen van de milieufiscaliteit in het kader van de derde industriële revolutie, Stefan Ruysschaert, INNI Publishers, 2016, 273 p.

 

Voetnoten
(1) Cf. het EX’TAX-project : http://www.ex-tax.com/
(2) Cf CE Delft, Carbon Added Tax as an alternative climate policy instrument, 2015. 
(3) Planbureau voor de Leefomgeving, “Belastingverschuiving : meer vergroening en minder complexiteit?”, Den Haag, 2015

×
×

Winkelmand