Aanklacht schooldirecteur tegen sluiting asielcentra

Als reactie op de open brief van Johan Vanloo, directeur van de Sint-Martinus-school in Overijse, publiceerden De Morgen en De Standaard op 8 juni een interview met de directeur. Vanloo klaagt de sluiting aan van enkele asielcentra, waaronder het asielcentrum van Overijse. Negenentwintig van de jongeren lopen bij hem school.

Hieronder zijn open brief voorafgegaan door een inleiding van Magda Brijssinck. Zij is niet enkel vrijwilligster bij Oikos, maar zet zich ook al enkele maanden in voor het asielcentrum van Overijse.

 

Iedereen weet intussen dat er centra voor vluchtelingen zullen dichtgaan. Niet omdat het vluchtelingenprobleem verminderd is, maar omdat we veel minder vluchtelingen ons land (en Europa) binnenlaten.

De centra verschillen van elkaar wat de doelgroep betreft en het centrum in Terlanen (Overijse) is bijzonder in die zin dat het minderjarige, niet-begeleide vluchtelingen heeft opgenomen. Jongens die niet op familie kunnen terugvallen, die vaak trauma’s opgelopen hebben en voor wie de tocht naar België soms maanden geduurd heeft.

Het  zijn er intussen ruim 40. Het gebouw zou misschien meer gasten kunnen voorzien, als je het enkel over slaap- en eetgelegenheid en sanitaire voorzieningen hebt. Of dat voor de leefbaarheid een goede zaak is, valt te betwijfelen.  Deze alleenstaande pubers hebben behoefte aan veel meer dan eten en slapen. Hun aantal afstemmen op het mogelijke aantal bedden – hier of elders – is een rekensommetje dat vooral deze bijzondere groep onrecht aandoet. Dat er in Terlanen sedert eind december ook werkelijk veel meer gebeurt, staat overduidelijk in de bijgaande brief van de schooldirecteur.

De rekensom is nu wel gemaakt voor het totale aantal asielzoekers in het land. Er zal gerationaliseerd worden; de plaatsing moet efficiënter (d.w.z. goedkoper). Vanzelf is voor alle opvang de gelijkstelling van vluchtelingen met bedden een verkeerde zaak, want mensen zijn geen levenloze objecten die je zomaar verschuift. Voor de kwetsbare jongens in Terlanen is het een ramp. Je kunt ze beter vergelijken met tere – levende –  zaailingen die op veel te  korte termijn weer verpot worden, en het is niet de eerste keer dat ze verhuizen. Het broze weefsel is langzaam en moeizaam gegroeid en biedt ze nu een beetje houvast en psychologische stabiliteit. Dat stukmaken door ze uit elkaar te halen en opnieuw van nul te laten beginnen maakt duidelijk dat de beleidsmakers niet betrokken zijn bij deze levens en aan rekenen genoeg hebben. 

Het laatste is hierover nog niet gezegd.

Magda Brijssinck

 

Betreft: De sluiting van het asielcentrum voor niet-begeleide minderjarige asielzoekers te Overijse: (g)een uitgemaakte zaak?

Aan Fedasil
Aan de heer Theo Francken, staatssecretaris voor Asiel, Migratie en Administratieve vereenvoudiging
Aan mevrouw Crevits, Minister van Onderwijs Aan Bruno Vanobbergen, kinderrechtencommissaris
Aan het College van Burgemeester en Schepenen van de gemeente Overijse

Aan wie het aanbelangt
Aan wie een hart heeft voor de rechten van jongeren

Geachte heer Francken

Ik doe dit met tegenzin: in de grote publieke ruimte via een open brief een standpunt innemen tegen beslissingen waarvan ik weet dat het vechten tegen de bierkaai is. Toch kan ik niet anders dan te reageren tegen de geplande sluiting van het asielcentrum te Overijse (Terlanen). Het verhaal en het lot van de vluchtelingen heeft me – door mijn betrokkenheid als schoolleider bij wat leeft in mijn gemeenschap – persoonlijk geraakt.

Toen ik het bericht vandaag – 4 juni 2016 – in de media vernam kon ik het niet geloven: het asielcentrum is nauwelijks geopend (sinds 28 december 2015 verblijven er de eerste jongens) of het wordt al gesloten.

Met één pennentrek wordt er heel wat van tafel geveegd:

1/ Ruim 44 niet-begeleide jonge asielzoekers of vluchtelingen (Afghanen, Syriërs, Irakezen, Mauritaniërs en Pakistani) die eindelijk een thuis gevonden hadden in het landelijke Terlanen worden naar andere centra “verkast”. Beseffen de beslissingnemers wat de sluiting van het centrum voor emotionele schade bij deze jongeren tussen 12 en 17 jaar veroorzaakt? Het overgrote deel van deze jongens loopt reeds enkele maanden school te Overijse (in het Sint-Martinuscollege en in het GITO), kan door hun leergierigheid nu reeds één-op-één gesprekken in het Nederlands voeren, is bezig een vriendengroep buiten het kleinschalige asielcentrum op te bouwen, komt eindelijk emotioneel tot rust. Hoe zullen de jongens de sluiting en de verhuis ervaren? Wat weekt dit bij hen los? Hebben zij geen recht op stabiliteit? Op welke manier worden ze – alsof het voorwerpen zijn – verhuisd? En als ze dan toch verhuisd moeten worden: zullen ze in Vlaanderen terecht kunnen? Blijven ze samen?

2/ Het vrijwilligerswerk voor het asielcentrum was bewonderenswaardig: na de info-avond over de opening barstte er in onze gemeenschap een golf van solidariteit los. Kledij en fietsen werden ingezameld, er werden kookworkshops gegeven, een moestuin aangelegd en bovenal: een grote groep vrijwilligers zetten zich hard in om in de tussenperiode van de aanvraag om een OKAN-school op te richten en de oprichting ervan Nederlands aan te leren. Het zo perfect voorbereide wereldcafé om tijdens de zomermaanden de jongeren een fijne tijd te bezorgen, de plannen voor een peter en meterschap, de moeizame pogingen om de jongeren aan te helpen sluiten bij de plaatselijke sportclubs… De beslissing om het asielcentrum te sluiten is een aanfluiting voor iedereen die zich met een hart ingezet heeft om jongeren een warme toekomst te bieden.

3/ Het Sint-Martinuscollege en het GITO zetten heel wat tijd, middelen en energie in om de jongeren onderwijs te kunnen bieden. De Vlaamse overheid keurde – na een lange en slopende procedure – twee weken voor de paasvakantie de oprichting van OKAN-klassen goed. Pareltjes van leerkrachten werden aangetrokken en aangeworven. Zij zetten zich meer dan 100% in om gedegen onderwijs te kunnen bieden aan deze jongeren. Ook hun job staat op de tocht, de sluiting is een kaakslag voor hun inzet. Met mijn schrijven wil ik ook eer brengen aan en respect tonen voor hun inzet!

4/ De leerlingen van het Sint-Martinuscollege en het GITO worden door de aanwezigheid van de vluchtelingen geconfronteerd met de grote wereld die hen omringt: weg virtualiteit, televisiebeelden over vluchtende mensen waren niet meer weg te zappen want in real time aanwezig op school en in onze gemeenschap. Openbloeiende vriendschappen, confrontaties met de verhalen van de vluchtelingen, begrip voor de vluchtelingen, “kennismaking” met de gevolgen van oorlog… Het niet te meten leereffect op de leerlingen wordt met deze beslissing helemaal weggeveegd. Onbegrijpelijk!

Uiteraard besef ik dat er (voorlopig?) minder bedden nodig zijn: ik heb de cijfers bestudeerd – ik ben niet naïef! En ik besef dat iedere sluiting (net als de opening) van een asielcentrum een reeks vragen en brieven met zich meebrengt. Toch stel ik me vragen waarom net het kleine – stilaan in de gemeenschap ingebedde – asielcentrum van Overijse waar een hele kwetsbare groep jongeren een nieuwe thuis vindt gesloten wordt. Ik wil u alsnog vragen uw beslissing voor Overijse te herzien om de hierboven vermelde redenen. Mijn schrijven zal misschien niet baten, maar ik hoop dat u beseft dat het net de kleinschalige projecten zijn die ervoor zorgen dat de gemeenschap waarin we leven een warm- en diepmenselijk gelaat krijgt.

Ik leef met hoop op een juiste en eerlijke beslissing.

Met vriendelijke groet

Johan Vanloo

×
×

Winkelmand