Stop de militarisering van het publieke debat

Afbeelding van Amber Clay via Pixabay

In antwoord op de roep naar meer militaire uitgaven en een groter verdedigingsleger tegen Rusland, pleit Dirk Holemans in de eerste plaats voor meer diplomatieke inspanningen om de geopolitieke conflicten aan te pakken.

Het geopolitieke onveiligheidsgevoel is voelbaar in onze samenleving. De oorlog in Oekraïne leidt tot een opbod bij opiniemakers en generaals die stellen dat Rusland ook ons land kan binnenvallen, en we ons daarop moeten voorbereiden. Het is opvallend hoe ze daarbij het doel om de vrede te bewaren in Europa, reduceren tot er ons letterlijk tegen te wapenen. Het woord diplomatie – laat staan conflictpreventie en vredesopbouw – valt amper.

Dagelijks zien we de effecten van deze militarisering van het publieke debat. Hoe de angst ook bij vredelievende mensen binnensluipt, toont het interview met muzikant Wannes Cappelle . Het is misschien “nog niet al naar de wuppe”, maar ondertussen vraagt hij zich wel af of hij de wapens zou opnemen om zijn kinderen te beschermen.

Ik kreeg koude rillingen van de oorlogsangst van die warme man. Uiteraard moet een land in staat zijn om zich te beschermen en zich daartoe op de beste wijze uitrusten. Dat doel reduceren tot het militaire aspect en jezelf als militair zien, is bevreemdend maar komt niet uit de lucht vallen. Zet het tv-scherm op of sla de krant open en het gaat over Kamp Waes of Special forces. In een entertainmentformat tonen ze, schijnbaar onschuldig, wat de echte manier van excelleren is in onze samenleving, en dat vooral geheime militaire operaties in het buitenland onze veiligheid garanderen.

 

 

Afbeelding van tprzem via Pixabay

Ze promoten ook een bepaald mensbeeld en zijn allesbehalve een oefenschool in democratie. Het gaat erom te aanvaarden afgeblaft te worden, je mond te houden en agressie te ondergaan. Wees gehoorzaam en doe alles wat wordt opgedragen. Fly, de eerste militaire BV, verwoordt treffend het onderliggende mensbeeld: volgens hem zijn we “vanbinnen nog altijd agressieve apen”. Dat mensbeeld sluit nauw aan bij dat van de filosoof Thomas Hobbes – mensen zijn als wolven voor elkaar. Het wordt al eeuwen bovengehaald om te pleiten voor een groter leger en een autoritaire staat.

Dienstplicht

Rond die tv-programma’s wordt met interviews een sfeer gecreëerd dat deze militaire kampen de voorbereiding zijn die ons land nodig heeft. Niet toevallig grijpen stafchefs van het leger de tv-serie aan om te pleiten voor de herinvoering van de militaire dienstplicht. Burgers die vragen stellen bij meer budget voor wapens en het gevaar van een nieuwe wapenwedloop, bij de normalisering van oorlogsretoriek, zijn zogezegd naïef. Ondertussen krijgen een aantal redelijke overwegingen nog nauwelijks plaats in het publieke debat.

Allereerst is er de roep om veel meer overheidsgeld te spenderen aan het Belgische leger, met als argument dat het nu te klein is om ons land te beschermen. Denk aan de lacherige kritiek op het feit dat België maar twee fregatten heeft. Maar is het niet evident dat een klein land nooit zelf zijn eigen veiligheid kan garanderen?

Dat alles betekent helemaal niet dat België militair niets moet doen, wel dat het alles te winnen heeft bij Europese samenwerking. Want is het niet vreemd dat de som van de defensiebudgetten van de Europese landen vele malen groter is dan dat van Rusland, en we ons blijkbaar toch niet kunnen verdedigen? Dat kan alleen betekenen dat de Europese landen veel te weinig samenwerken en er door die versnippering veel geld over de balk wordt gegooid. Waarom hebben de Verenigde Staten dertig wapensystemen, en Europa er zes keer meer? Zou het kunnen, dat als we werk maken van een Europees leger, we veel sterker staan met net minder defensie-uitgaven?

Dat zou natuurlijk geen goed nieuws zijn voor de bedrijven van het militair-industriële complex. Zij beleven, net als hun aandeelhouders, gouden tijden. Weten we, net als bij de vaccinproducerende bedrijven in coronatijden of de energiebedrijven tijdens de energiecrisis, of er geen sprake is van overmatige prijszetting? Hoe zit het met overwinsten op kosten van de staat, zodat er minder geld overblijft voor bijvoorbeeld het klimaatbeleid? De ecologische ontwrichting pauzeert niet in oorlogstijden.

Waarom stimuleren we niet de menselijke kwaliteit van samenwerken en communiceren, ook in moeilijke tijden? Het blijft wachten op tv-formats die mensen tot het uiterste laten gaan om daarin te excelleren. Waar blijven de Special Diplomatic Forces, waarin je excelleert door de lont uit een geopolitiek kruidvat te halen? Waar blijven de interviews met straffe diplomaten, die uitmunten in geheime buitenlandse vredesmissies? Waar blijft Camp Dissident, waar je dissidenten in dictaturen ondersteunt op innovatieve wijze?

Permanente dialoog

Tot slot, de meest fundamentele vraag: hoe bereiken we meer vrede in de wereld, in Europa? Vrede is er niet zomaar als de wapens zwijgen. Vrede steunt op de wil tot permanente dialoog en de zoektocht naar collectieve oplossingen. Vrede betekent investeren in diplomatie voor en achter de schermen, in conflictpreventie en vredesopbouw. In een recent interview in De Morgen slaat econoom Branko Milanovic spijkers met koppen: “We spreken over wapentuig alsof het snoepgoed is, we keuvelen gezellig over vernietigingsraketten, diplomatiek overleg met vijandige landen doen we niet meer.” Hij benadrukt dat oorlog start met woorden die de atmosfeer creëren dat “oorlog nog het enig mogelijke antwoord is”.

Hier ligt een belangrijke uitdaging voor Europa. Een blik op de geschiedenis leert dat het allesbehalve een evidentie is dat landen als Frankrijk en Duitsland, maar ook Spanje en Oostenrijk niet op voet van oorlog met elkaar staan. Dat is de grote verdienste van de Europese Unie als vredesproject. Hierin is een nieuwe fase nodig: hoe op de meest redelijke en transparante wijze een slagvaardig verdedigingsleger uitbouwen en Oekraïne van de nodige wapens voorzien, als onderdeel van een ambitieus vredesbeleid dat inzet op diplomatie, visievorming over toekomstige samenwerking met vijandige landen, conflictpreventie en wederopbouw van verwoeste gebieden? Dan is niet alles ‘naar de wuppe’ en werken we actief aan een betere wereld.

 

Dit artikel verscheen eerder in De Standaard (12/02/2024).

Auteur(s)

×
×

Winkelmand