Dirk Holemans trekt drie lessen uit de coronacrisis waarmee we het klimaat kunnen redden. Hij stelt dat we dit momentum moeten grijpen. Want de bereidheid tot verandering bij de bevolking kan snel omslaan in brede frustratie als de samenleving, met de politiek voorop, nu geen toekomstperspectief biedt en dat hard maakt. In het Canvas-programma “Nachtwacht” diept hij zaterdagavond z’n visie verder uit.
Dit opiniestuk verscheen oorspronkelijk op vrt.be
De coronacrisis leert ons een belangrijke les. Als onze gezondheid op het spel staat, ontdekken we opnieuw de juiste volgorde der dingen. We werken om te leven, en niet omgekeerd. De economie is er voor de samenleving, de mens komt voor de winst.
3 lessen
Wat velen tot voor kort omschreven als onhaalbaar of zelfs ondenkbaar, is in enkele maanden gerealiseerd. En dat zijn zeker drie zaken. Zo luisteren ten eerste ministers weer naar wetenschappers, ze nemen hun adviezen ernstig en voeren hun strafste voorstellen uit. Tegelijk krijgen we als bevolking een turbocursus wetenschap: we weten nu wat een exponentiële curve is, dat onderzoek voortschrijdend inzicht inhoudt zodat wetenschappers hun visie bij stellen. Wetenschappers hebben dus opnieuw een duidelijke plaats in het publieke debat en het zal belangrijk zijn dit te behouden.
De tweede les gaat over de economie. De geglobaliseerde wereldeconomie blijkt niet die gigant waar de politiek geen greep op heeft. Die economie is ook niet supersterk, wel integendeel uiterst fragiel. Door de bedreiging van de volksgezondheid sloot de politiek in grote en kleine landen bedrijven en winkels. Een economie gebaseerd op lange productieketens met de meeste productie in Azië viel in duigen. Geen mondmaskers uit China, we ontdekken dat al onze paracetamol uit Indië komt. En ondertussen weten we welke de cruciale beroepen in deze crisis zijn: medisch personeel, verzorgenden, mensen aan de kassa’s, enzovoort.
Ten derde hebben we met z’n allen blijk gegeven van een ongelooflijke burgerzin. Wie had gedacht dat we gehoor zouden geven aan het regeringsorder tot huisarrest? De burgerzin gaat trouwens veel verder. Ontzettend veel burgers zijn spontaan overgegaan tot vormen van solidariteit en lokale productie. Geen mondmaskers te krijgen vanuit China? Geen nood, burgers kruipen zelf achter hun naaimachine. Anderen wagen hun gezondheid om de meest kwetsbare burgers te ondersteunen met voedselpakketten of sanitaire producten, in samenspraak met lokale besturen. Dat betekent niet dat veel mensen het niet moeilijk hebben, veel mensen leven in onzekerheid over hun job, de armoede stijgt. Ook dat is deel van de analyse.
Beter na corona
We aanvaarden het advies van wetenschappers en de verregaande politieke maatregelen, vertonen burgerzin, omdat we weten dat het virus laten woekeren nog veel grotere schade zou berokkenen. Met meer doden, een ontredderde economie en wie weet een samenleving op drift. Ondertussen komen ook ideeën bovendrijven om de samenleving na de coronacrisis beter te maken dan ervoor. Om zaken aan te pakken waarvan we al lang weten dat ze niet deugen, bedrijven die in belastingparadijzen zijn gevestigd, de productie uitbesteden naar verre landen waar arbeiders uitgebuit worden en de natuur leeggeroofd, om ons te voorzien in goedkope wegwerpspullen.
Door het stilvallen van fabrieken, transportketens en verkoop van spullen zal de uitstoot van broeikasgassen dit jaar waarschijnlijk acht procent lager liggen dan voorzien. Dat komt overeen met de daling aan broeikasgassen die we elk jaar moeten bereiken. En waarbij de komende tien jaar cruciaal zijn om het tij nog te kunnen keren. Je zou dus kunnen zeggen, dat is goed nieuws voor het klimaatbeleid, we hebben een jaar gewonnen. Maar dat is te optimistisch, misschien verliezen we wel een heel decennium. Als we de honderden miljarden die nu geïnvesteerd gaan worden in de Europese economie enkel gebruiken om niet-duurzame bedrijven overeind te houden zonder daar voorwaarden aan te koppelen, zijn we verder van huis.
Zoals de Nederlandse Triodos Bank strateeg Hans Stegenman stelt: we hebben geen loodgieters nodig, maar wel architecten. Jazeker, we moeten problemen als ze zich aandienen aanpakken. Maar dat kan je zoveel beter doen als je werk maakt van een veerkrachtige economie en samenleving die niet alleen beter schokken kunnen opvangen, maar ze ook proberen te voorkomen in de mate van het mogelijke. Dat betekent de economie niet alleen terug op de sporen krijgen, maar tegelijk de aanleg van nieuwe sporen in duurzame richtingen.
Klimaatcrisis efficiënt aanpakken
En dat kan, als we de drie lessen van de coronacrisis toepassen op de klimaatcrisis.
- Politici gaan eindelijk luisteren naar de klimaatwetenschappers én nemen de drastische maatregelen die ze voorstellen. En die gaan steeds in dezelfde richting: we hebben een volledige ombouw nodig van onze systemen: hoe we energie produceren, voedsel voortbrengen, ons verplaatsen. Ook hier is er voortschrijdend inzicht en de politiek neemt de beslissingen.
- Het is de democratie die de economie vorm geeft, en niet omgekeerd. Dus bouwen we veerkracht in onze economie door productie deels terug naar Europa te halen, niet meer te aanvaarden dat bedrijven belastingen ontwijken en verschuiven, met een stevige fiscale shift in Europa de belastingen op arbeid naar die op milieu en vermogen. En wie van buiten Europa zaken wil invoeren die niet voldoen aan onze normen, betaalt een fikse grensbelasting.
- We ondersteunen maximaal de duurzame initiatieven van burgers. Ook dat sociaal kapitaal is een wezenlijk onderdeel van veerkracht. Het is opvallend hoe burgercollectieven of commons de voorbije vijftien jaar de bouwstenen van een duurzame economie ontwikkelden, denk aan het succes van plukboerderijen, energiecoöperaties en autodeelprojecten. Die moeten nu ondersteund worden om uit te groeien tot volwaardige economische actoren. Waarbij nieuwe technologie zoals 3D-printers toelaat om decentrale productienetwerken uit te bouwen. Die kunnen perfect een plaats krijgen in de nieuwe maakwinkelcentra zoals Broeklin, het alternatief voor het achterhaalde Uplace concept van shoppingcentra.
Nieuwe economie
Uiteraard zal in deze post-corona-economie internationale handel blijven bestaan net als grote bedrijven, de treinen gaan we heus niet in elke streek produceren. Maar zoals nu in het CETA-handelsakkoord voorligt om meer Europese auto’s uit te voeren in ruil voor Canadees vlees, is niet houdbaar. Net zoals het dogma dat het de enige opdracht van bedrijven is om winst te maken voor hun aandeelhouders. Hun verantwoordelijkheid strekt zich uit tot alle belanghebbenden, inclusief de natuurlijke omgeving. In de nieuwe economie is het evident dat bedrijven waarde creëren op diverse terreinen, door bijvoorbeeld te investeren in lokale gemeenschappen of de heropbouw van biodiversiteit.
Het goede nieuws is dat wat we nodig hebben om veerkracht op te bouwen nu al vervat zit in Europese beleidsplannen. Zo maakt de kringloopeconomie deel uit van de Green Deal. Die mikt terecht op een grondige transitie. Het gaat bijvoorbeeld niet alleen over kleren die we nu kunnen kopen als zouden het wegwerp doekjes zijn, het gaat over onze wegwerpmaatschappij in haar geheel. We recycleren amper tien procent van alle grondstoffen, da’s belachelijk weinig. Het komt er dus op aan met eenvoudige maatregelen straffe zaken te realiseren. Wat als bijvoorbeeld alle spullen dubbel zo lang zouden meegaan? En we ze maximaal onderhouden, herstellen en vernieuwen? Dan hebben we voor hetzelfde comfort de helft minder grondstoffen nodig en creëren we heel wat jobs?
En zijn we veel minder afhankelijk van wereldwijde en dus fragiele productieketens. Dat is het beeld van de nieuwe economie: nabij, afvalarm en rijk aan waarde. Niet louter financieel maar bovenal ecologisch en sociaal.
Nog goed nieuws: voor de omslag naar een duurzame samenleving is helemaal geen inperking van het sociale leven nodig, integendeel. Als we allemaal uit ons kot komen en samen werk maken van duurzame levensstijlen, kan dat in samenhang met de juiste beleidsmaatregelen straffe resultaten opleveren. Kijk hoe bijvoorbeeld steden wereldwijd nu hun straten vol auto’s omvormen tot ruimte voor fietsers en voetgangers en mensen daar gretig van gebruik maken.
Nieuw sociaal-ecologisch pact
Het komt er finaal op aan terug de juiste maat te vinden. Zoals een inwoner van Venetië recent op het nieuws vertelde: de leegte nu is ondraaglijk, maar de vijf miljoen toeristen elke twee maand was dat ook. Weer activiteiten ontplooien met oog voor duurzaamheid en levenskwaliteit, inclusief de ruimte hebben om stil te staan bij de zaken, is cruciaal.
Die omslag moeten we met heel de samenleving maken, en dat is geen sinecure. Het vergt openheid en veranderingsbereidheid van alle groepen. Het verleden leert ons dat het kan. In 1944 sloten in ons land, in navolging van Engeland, de overheid, werkgevers en vakbonden het Sociaal Pact. Dat legde het fundament voor het naoorlogse sociaaloverlegmodel dat veel welvaart bracht. Een nieuw Sociaal-Ecologisch Pact kan ervoor zorgen dat we opnieuw met verenigde krachten de uitdagingen aangaan.
De eerste indicaties leren dat de bevolking er klaar voor is. Uit een peiling in Engeland blijkt dat acht op de tien willen dat de regering voorrang geeft aan welzijn en gezondheid boven economische groei tijdens de coronacrisis, en dat zes op de tien willen dat na de crisis levenskwaliteit prioritair blijft. En in een peiling van Fair Trade in België geven zeven op de tien van de respondenten aan we door de crisis opnieuw de mens centraal moeten stellen in de economie en dat de overheid veel sterker de transitie naar een meer duurzame economie moet stimuleren.
Dit momentum moeten we grijpen, die kans mogen we niet verloren laten gaan. Want de bereidheid tot verandering bij de bevolking kan snel omslaan in brede frustratie als de samenleving, met de politiek voorop, nu geen toekomstperspectief biedt en dat hard maakt.
Hoe bijzonder de huidige situatie wel is, leerde mijn negentigjarige moeder me. Ze vertelde tijdens een van onze telefoongesprekken dat je zoiets als de coronacrisis maar een keer om de honderd jaar mee maakt. Dat lijkt me ook het juiste toekomstperspectief: drie generaties vooruitkijken, nu zorgen voor het welzijn van iedereen zonder de toekomstige generaties uit het oog te verliezen.