Laten we niet vergeten te rouwen

We zitten bijna twee jaar in de pandemie. Het was voor de meesten van ons een moeilijke periode. En voor velen was het een heel moeilijke periode. Iedereen is moe en iedereen is het moe, zo lijkt het wel. Er was de voorbije weken veel maatschappelijk lawaai, in allerlei richtingen. En de voorbije dagen klonken er steeds meer geluiden die klonken als: het is bijna voorbij, we kunnen weer.

Misschien hebben we allemaal een groot verlangen naar een soort lente. We willen het leven voelen stromen, we willen de bloemen zien komen, we willen elkaar aanraken. En dat is heel goed en menselijk. Maar hopelijk wordt dat lenteverlangen geen groot feest van het vergeten. Hopelijk kunnen we de volgende maanden samen plaats en tijd maken om met elkaar te rouwen. En dat wil niet zeggen dat we moeten blijven hangen in de winter. Al zo vaak in de geschiedenis, bij crises of oorlogen, hebben we gezien dat de heel intense aandacht voor het verlies van mensen heel snel kan verdwijnen zodra er het gevoel is dat ‘het’ voorbij is. Velen kregen geen kans om te rouwen, en zodra het weer rustiger wordt, wil iedereen alleen nog maar vooruit. Voor dat nog onuitgesproken stille verdriet hebben we geen ruimte meer.

En dan vergeten we nog vaak dat we hier in ons land bij de geprivilegieerden zijn. Op veel andere plekken, onder meer in het globale Zuiden, hadden mensen nog veel minder kans om zich te beschermen. De pandemie versterkte vaak de ongelijkheid die er al was. Het reële verdriet om de dood van een dierbare is echter even groot, of je nu in Europa of in Afrika woont.

De voorbije maanden zijn in ons land vele duizenden mensen gestorven door Covid-19, vaak in heel pijnlijke omstandigheden. Veel andere mensen stierven, niet door het virus maar wel in dezelfde periode, in een ingewikkelde context. Dringende zorg werd uitgesteld. Eindeloos veel families konden niet afscheid nemen van hun dierbaren zoals ze dat hadden gewild. En eindeloos veel verpleeg- en zorgkundigen en dokters moesten proberen overeind te blijven naast zoveel sterven. Ze voelden zich machteloos, gingen ver over hun uitputtingsgrens.

Hopelijk konden veel van deze mensen een manier vinden om met elkaar hun verlies te delen en te beginnen met het rouwen. Maar voor velen is dat waarschijnlijk niet gelukt. En wanneer binnenkort de zo gehoopte lente aanbreekt, en er eindelijk wat meer rust komt, zal de uitgestelde pijn pas echt toeslaan. We kunnen er samen voor zorgen dat we die trauma’s verzachten of voorkomen.

Het zou goed zijn dat we in alle plannen die we maken voor de volgende maanden ook heel uitdrukkelijk plaats maken om samen te rouwen om de doden. En ja, er zijn heel erg veel vormen van lijden die niet noodzakelijk met het virus te maken hebben, en ja, niet alleen wie een dierbare verloor aan de ziekte had pijn. Het verdient allemaal onze aandacht. Maar het lijkt toch goed dat we alleszins voor dit verlies samen tijd maken.

Naast alle waardevolle initiatieven die al genomen zijn, is er meer nodig dan enkel een minuut stilte, hoe mooi dat ritueel ook is. Misschien kunnen we rustig de tijd nemen om een speciale dag of week voor te bereiden. Het voelt zo akelig ‘veilig’ dat we elke avond in het journaal ‘de cijfers’ zien. We hoeven dan alleen maar te denken aan hoe snel ze dalen, zodat alles sneller voorbij is. Maar hoe goed zou het zijn dat we manieren vinden om elk cijfer een gezicht te geven, om de verhalen van al die mensen niet zomaar verloren te laten gaan. Misschien kunnen lokale besturen plekken organiseren waar we samen naar elkaars verhalen kunnen luisteren. Waar we kunnen horen hoe mooi iemands vader of moeder in het leven stond en hoe vreselijk het was dat het niet mogelijk was haar of zijn hand vast te houden tot in de dood. Misschien kunnen de verschillende media plaats maken voor trage verhalen van het verdriet dat niet gevoeld kon worden. Misschien zijn er manieren waarop we dicht bij de verpleegkundigen kunnen zijn, zodat hun uitputting ook een beetje in onze armen kan gaan liggen.

En ja, rouwen komt natuurlijk niet in de plaats van alle structurele maatregelen die moeten genomen worden om onze gezondheidszorg te versterken en betere bescherming te bieden aan al die mensen die moeten werken op de plekken waar ze erg kwetsbaar zijn, en nog zoveel meer. Maar het mag wel een plaats in hebben in de lente en zomer waar we zo naar uitkijken.

Stel je voor dat de verschillende regeringen van dit land daarover met elkaar kunnen praten. Misschien krijgen al die bewindslieden dan ook heel even de kans om het te hebben over de mensen die zij in hun omgeving hebben verloren. Stel je voor dat ze een gezamenlijk voorstel doen, dat heel eenvoudig ontstaat in samenwerking tussen de verschillende regeringen. Geen media-opbod, geen doorschuiven van de hete aardappel, en ook niet het zoeken naar uitgekiende kansen om in beeld te komen. Gewoon samen, in samenwerking en nederigheid, de gemeenschappelijke rouw organiseren voor zoveel doden. Het verdriet dat we dan samen rustig kunnen laten stromen zal ons meer helen en samenbrengen dan nog meer lawaai waarmee we onze vermoeidheid proberen te overschreeuwen.

Stel je voor dat men dit punt zou bespreken op het volgende overlegcomité…

Jan Mertens, voorzitter van denktank Oikos en columnist bij MO*

×
×

Winkelmand