Aanmoediging van individuele onafhankelijkheid en gezonde commons

In zijn manifest geeft Mark Zuckerberg zijn visie over het creëren van een gecentraliseerde wereldwijde kolonie, geregeerd door de oligarchen van Silicon Valley. Ik zeg dat we precies het tegenovergestelde moeten doen en een wereld moeten creëren met individuele soevereiniteit en gezonde commons; een maatschappij waarin de omgeving die iedereen toebehoort ook daadwerkelijk publiek is en wordt gedeeld door en met iedereen.

Mark Zuckerberg heeft een manifest uitgebracht met de titel Building Global Community (het bouwen van een wereldwijde gemeenschap) waarin hij in detail beschrijft hoe hij – een van de top acht miljardairs in de wereld – én zijn byzantijns Amerikaans/multinationale bedrijf Facebook Inc., alle wereldproblemen gaan oplossen.

In zijn grootse visie voor de mensheid keert Mark steeds terug naar hoe Facebook ons fundamenteel “dichter bij elkaar brengt” door “vrienden en families te verbinden”. Wat Mark vergeet te vertellen is dat Facebook geen mensen met elkaar verbindt, maar dat Facebook mensen met Facebook Inc. verbindt.

Het businessmodel van Facebook is tussenpersoon zijn, om alles te volgen wat jij, je familie en je vrienden doen, om al die informatie voorgoed op te slaan en te analyseren om jou beter te begrijpen en je zodoende uit te buiten door je te manipuleren voor financiel en politiek gewin.

Facebook is geen sociaal netwerk, het is een scanner die mensen digitaliseert. Het is, in alle opzichten, de camera die je ziel vastlegt. Facebooks zaak is het om jou te simuleren, om jouw simulatie te bezitten en controleren en als dusdanig jou te bezitten en controleren.

Ik noem het businessmodel van Facebook, Google en de resem door risicokapitaal gefinancierde Silicon Valley startups “mensenteelt”. Facebook is een veefabriek voor mensen. En Marks manifest is niets meer dan een kinderachtige poging van een panikerende miljardair om een onverkwikkelijk business model te verbloemen. Een model dat is gebaseerd op het misbruik van mensenrechten met de misplaatste morele drijfveer om te ontsnappen aan regulering en om een schaamteloos koloniaal verlangen te rechtvaardigen, nl. een globaal leengoed creëren door ons allemaal aan Facebook Inc. te verbinden.

Het vermijden van een wereldwijde kolonie

Mark’s manifest gaat niet over het bouwen van een wereldwijde gemeenschap. Het gaat over het bouwen van een wereldwijde kolonie – met Mark zelf als koning en met zijn bedrijf en de Silicon Valley oligarchie als de hofhouding.

Het is niet de taak van een bedrijf om “een sociale infrastructuur voor de gemeenschap te ontwikkelen”, zoals Mark wil doen. Sociale infrastructuur behoort toe aan de commons, niet aan gigantische monopolistische bedrijven als Facebook. De reden waarom we vandaag in dit zootje zitten van alomtegenwoordige surveillance, filterbubbels en fake news (propaganda), is net te wijten aan de absolute en totale vernietiging van de publieke sfeer door een oligopolie van private infrastructuur dat zich voordoet als publieke ruimte.

Facebook wil dat wij denken dat het een park is, terwijl het in werkelijkheid een winkelcentrum is. Het laatste wat we nodig hebben is meer geprivatiseerde, gecentraliseerde digitale infrastructuur om de problemen op te lossen die werden gecreëerd door een nooit geziene concentratie van macht, rijkdom en controle in een klein aantal handen. Het is de hoogste tijd dat we starten met de financiering en oprichting van de digitale equivalenten van parken in het digitale tijdperk, in plaats van steeds grotere winkelcentra.

Anderen hebben al gedetailleerde kritieken geschreven over Marks manifest. Ik ga hun pogingen hier niet herhalen. In plaats daarvan wil ik focussen op hoe we een wereld kunnen bouwen die in schril contrast staat met die in Marks visie. Een wereld waarin wij – als individuen – en niet bedrijven, eigendomsrecht en controle hebben over onszelf. Met andere woorden: waar we individuele soevereiniteit hebben.

Waar Mark je vraagt hem te vertrouwen om een welwillende koning te zijn, zeg ik ‘laten we een wereld bouwen zonder koningen’. Waar Marks visie wortelt in kolonialisme en de bestendiging van gecentraliseerde macht en controle, is de mijne gebaseerd op individuele soevereiniteit en een gezonde, gedeelde commons.

Individuele Soevereiniteit en het Cyborg-Ik

We kunnen ons niet langer de luxe permitteren om de aard van het Ik in het digitale tijdperk niet te begrijpen. Het voortbestaan van onze vrijheid en democratie hangt er vanaf.

We zijn (nu al een tijdje) cyborgs.

Daarmee wil ik niet het stereotiepe beeld schetsen van cyborgs zoals je ze in sciencefiction ziet, waar technologie in het menselijk weefsel wordt geïmplanteerd. Ik bied daarentegen een meer algemene definitie waarin de term slaat op eender welke uitbreiding van onze geest en ons biologische Ik met behulp van technologie. Hoewel technologische implantaten zeker haalbaar, mogelijk en aantoonbaar zijn, is de belangrijkste wijze waarmee wij vandaag onszelf met technologie uitbreiden niet via implantaten, maar via explantaten.

We zijn gefragmenteerde wezens; de som van alle verschillende aspecten zoals in ons biologische Ik vervat, alsook de waaier aan technologieën die we gebruiken om onze biologische competenties uit te breiden.

Eens we dit begrijpen, kunnen we maar beter de bescherming van het Ik uitbreiden voorbij onze biologische grenzen, tot die technologieën waarmee we onszelf uitbreiden. Zodoende kan elke poging door derden om deze technologieën te bezitten, controleren en verhandelen beschouwd worden als een poging om de grondwettelijke elementen van mensen te bezitten, controleren en verhandelen.

Onnodig te zeggen dat we ons met man en macht moeten verzetten tegen elke poging om mensen te reduceren tot eigendom. Immers, als we dat niet doen, stemmen we stilzwijgend in met een nieuwe slavernij: een waarin we geen handel drijven in de biologische aspecten van mensen, maar in hun digitale aspecten. Deze twee bestaan uiteraard niet los van elkaar en zijn nooit echt van elkaar te scheiden wanneer manipulatie van het ene onvermijdelijk het andere beïnvloedt. 

Voorbij surveillance-kapitalisme

Zodra we begrijpen dat onze relatie tot technologie niet een is van meester/bediende, maar van cyborg/orgaan; zodra we begrijpen dat we ons Ik met technologie uitbreiden en dat onze technologie en data binnen de grenzen van het Ik liggen, dan moeten we erop staan dat de grondwettelijke bescherming van het Ik die werd vastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en geïmplementeerd in onze waaier van nationale wetten, wordt uitgebreid tot de bescherming van de cyborg-Ik.

Hieruit volgt dan ook dat iedere poging om de grenzen van het Ik te betreden, moet beschouwd worden als een aanval op het cyborg-Ik. Het is precies dit misbruik dat vandaag de basis vormt van het alledaagse business model van Facebook, Google en op Silicon Valley geïnspireerde mainstream-technologie. In dit model, dat door Shoshana Zuboff wordt benoemd als surveillance kapitalisme, hebben we onze individuele soevereiniteit verloren. Mensen zijn opnieuw lijfeigendom geworden, weliswaar in digitale en niet in biologische vorm.

Om dit tegen te gaan, moeten we nieuwe infrastructuren bouwen waarmee mensen hun individuele soevereiniteit kunnen terugwinnen. De aspecten van de infrastructuur die de wereld om ons heen aangaan, moeten toebehoren aan de commons, en die aspecten die mensen aangaan – die de organen van onze cyborg-ik vormen – moeten beheerd en gecontroleerd worden door individuen.

Smart city architectuur bijvoorbeeld, hoort dus bij de commons, en data over de wereld om ons heen (“data over landschappen”) hoort toe aan de commons, terwijl je smart car, smart phone, smart watch, smart teddybeer etc. en de data die deze verzamelen (“data over mensen”) eigendom moeten zijn van jou.

Een internet van mensen

Stel je eens een wereld voor waarin iedereen zijn eigen plek heeft op het internet, gefinancierd vanuit de commons. Dit is een privéruimte (een orgaan van de cyborg-ik) waarnaar al onze zogenaamde smart devices (eveneens organen) linken.

In plaats van deze ruimte als een persoonlijke cloud te zien, moeten we het beschouwen als een speciaal, permanent knooppunt binnen een peer-to-peer structuur waarin al onze verschillende apparaten (organen) met elkaar in verbinding staan. Vanuit pragmatisch oogpunt wordt dit permanente knooppunt gebruikt om de vindbaarheid (oorspronkelijk door het gebruik van domeinnamen) en beschikbaarheid (zoals in hosting/altijd aan) te garanderen naarmate we overgaan van de client/server-architectuur van het huidige net naar de peer-to-peer architectuur van de volgende generatie Internet.

De infrastructuur die we bouwen, moet worden gefinancierd vanuit de commons, toebehoren aan de commons en interoperabel zijn. De diensten zelf moeten worden gebouwd en gehost door een overvloed aan individuele organisaties – niet overheden of grote bedrijven – die werken met interoperabele protocollen en met elkaar wedijveren om de best mogelijke service te leveren aan de mensen die ze bedienen. 

Het enige doel van grote bedrijven zou moeten zijn om te wedijveren met andere organisaties om de beste diensten te leveren aan de mensen die ze bedienen. Dit staat in schril contrast met de ruime opdracht die grote bedrijven  tegenwoordig hebben om mensen (die zij “gebruikers” noemen) onder valse voorwendsels (gratis diensten waarbinnen zijzelf het verkoopbare product zijn geworden) aan te trekken, alleen maar om ze verslaafd te maken, ze in de val te lokken en in te sluiten met gepatenteerde technologie, ze te bewerken, hun gedrag te manipuleren en ze uit te buiten voor financieel en politiek gewin.

In de corporatocratie van vandaag bedienen wij – individuen – de bedrijven. In de democratie van morgen moeten bedrijven ons bedienen.

De serviceproviders moeten natuurlijk vrij zijn om de mogelijkheden van het systeem uit te breiden zolang ze hun verbeteringen terug delen in de commons (“share alike”) en zo insluiting voorkomen. Voor het leveren van diensten buiten die spildiensten die gefinancierd worden door de commons, mogen individuele organisaties tarieven bepalen en kosten aanrekenen voor diensten met toegevoegde waarde. Op deze manier kunnen we een gezonde, competitieve economie bouwen boven op een ethisch verantwoorde basis in plaats van het huidige systeem van monopolies bovenop een ethisch rotte basis. En we kunnen dat doen zonder het hele systeem te verwikkelen in gecompliceerde overheidsbureaucratie die experimenten, competitie en de organische gedecentraliseerde evolutie van het systeem verstikt.

Interoperabiliteit, vrije (zoals in vrijheid) technologie met “share alike”-licenties, een peer-to-peer architectuur (in tegenstelling tot client/server) en een door commons gefinancierde spil vormen de fundamentele bescherming om te voorkomen dat dit nieuwe systeem vervalt in een nieuwe versie van het monopolistische surveillance internet dat we vandaag kennen. Ze helpen ons schaalvergroting te vermijden en de vicieuze cirkel te doorbreken tussen de accumulatie van informatie en rijkdom die aan de basis ligt van surveillance-kapitalisme.

Ter verduidelijking, we spreken niet over een systeem dat kan floreren onder de dictatuur van het recente surveillance-kapitalisme. Het is een systeem dat kan worden gebouwd onder de huidige omstandigheden om als een brug te fungeren van het status quo naar een duurzame, post-kapitalistische wereld.

De wereld bouwen waarin je wilt leven

In een lezing die ik onlangs op een evenement van de Europese Commissie in Rome gaf, vertelde ik het publiek dat we “een wereld moeten bouwen waarin we willen leven.” Dat betekent voor mij niet een wereld die beheerd en gecontroleerd wordt door een handvol oligarchen uit Silicon Valley. Het is een wereld met een gezonde commons waarin we – als gemeenschap – collectief  die aspecten van ons bestaan bezitten en beheren die aan ons allen toebehoren en waar we – als individuen – individueel die aspecten van ons bestaan bezitten en beheren die tot onszelf behoren.

Stel je een wereld voor waarin jij (en degenen van wie je houdt) democratische macht hebt, waar we allemaal een basiswelvaart, basisrechten en –vrijheden genieten in overeenstemming met cyborg-waardigheid. Stel je een duurzame wereld voor, vrij van de destructieve, korte termijn hebzucht van het kapitalisme, waarin we sociopaten niet meer belonen voor steeds meedogenlozere en destructievere manieren om aan winstaccumulatie te doen ten koste van alle anderen. Stel je een vrije wereld voor, bevrijd van de vicieuze cirkel van geproduceerde angst en ongebreidelde surveillance die ons meezuigt in een maalstroom van fascisme. Stel je een wereld voor waarin we onszelf de barmhartigheid gunnen van een intellectueel lonend bestaan, waar we vrij zijn om het potentieel van onze soort te onderzoeken onder de sterren.

Dat is de wereld waar ik elke dag voor opsta en wil naartoe werken. Niet uit liefdadigheid, niet omdat ik een filantroop ben. Eerlijk gezegd alleen maar omdat dat de wereld is waarin ik wil leven.

 

Over de auteur

Aral Balkan is een activist, designer en ontwikkelaar. Hij is 1/3 van Ind.ie, een kleine sociale onderneming die ijvert voor sociale rechtvaardigheid in het digitale tijdperk.

Bron

https://ar.al/notes/encouraging-individual-sovereignty-and-a-healthy-commons/ 
Deze tekst is gepubliceerd onder de Creative Commons Attribution-ShareAlike 4.0 International License
Nederlandse vertaling door Helma de Boer.

 

×
×

Winkelmand