In tijden van toenemende onzekerheid is collectieve sociale bescherming cruciaal. Dat is de basisboodschap van het recente boek ‘La montée des incertitudes. Travail, protections, statut de l'individu' van de Franse socioloog Robert Castel. Na toonaangevende boeken als ‘Les métamorphoses de la question sociale. Une chronique du salariat' (1995) en ‘L'insécurité sociale. Qu'est-ce qu'être protégé ?' (2003) bundelt dit werk zijn (voor de gelegenheid herschreven) artikels van het de voorbij twee decennia.
Twee hoofdlijnen domineren het boek. We kennen de voorbije jaren een ‘grote transformatie', schrijft Castel, verwijzend naar het historische werk van Karl Polanyi uit 1944. Na de tweede wereldoorlog groeide de welvaartsstaat en kenden we de overgang naar een ‘société salariale'. In deze op loonarbeid gebaseerde samenleving zijn niet alleen inkomen en status, maar ook sociale bescherming en burgerschap grotendeels gebaseerd op loonarbeid. Vanaf de jaren '70 zien we een afbrokkeling van deze vormen van bescherming en bijgevolg een groei van de onzekerheid.
Als oorzaken voor deze verandering van samenlevingstype schetst Castel de transformatie van het kapitalisme, met globalisering en oprukkend neo-liberalisme en de verregaande individualisering. Dit laatste slaat niet alleen op de levensstijlen, maar ook op de eigen verantwoordelijkheid voor de levensloop en de arbeidscarrière. Met de toenemende diversiteit tussen mensen ontstaat een vorm van ‘decollectivisering' van de sociale bescherming en het sociaal beleid. Er ontstaan ook steeds meer grijze zones tussen mensen met een volwaardig arbeidsstatuut, loon en bescherming, en mensen die leven van een uitkering. Castel verwijst naar mensen met zeer tijdelijke contracten, interimarbeid, maar evenzeer mensen die sociaal zijn tewerkgesteld met een mix van een uitkering en een loon. Ook wie (deeltijds) werkt met dienstencheques bevindt zich vaak in zo'n tussenzone, evenals de groep van werkende armen. De sterke nadruk op activering bij werkloosheid en leefloon passen eveneens in de individualisering, en leiden vaak tot stigmatisering als ‘slechte armen' wanneer de activeringstrajecten niet goed lopen.
De tweede lijn doorheen het boek is zijn (gekende) pleidooi voor voldoende collectieve vormen van sociale bescherming en sociaal beleid: van sociale zekerheid tot inkomens-, onderwijs- of huisvestingsbeleid, vertrekkend vanuit de sociale (grond)rechten van mensen. Castel schetst de paradox dat juist in een steeds sterker individualiserende samenleving de nood aan collectieve sociale bescherming groter wordt. Het is juist een voldoende sterk sociaal beleid voor iedereen dat aan alle individuen mogelijk moet maken hun eigen levenspad uit te tekenen in een samenleving van gelijkwaardigen. Als de overheid zich verder terug zou trekken, dan individualiseert ze verder de verantwoordelijk om zichzelf te beschermen (privé hospitalisatieverzekeringen, pensioensparen, verantwoordelijkheid voor inkomen ongeacht de arbeid, ...). In dat geval groeit de ongelijkheid en blijft een groeiende groep in onze samenleving verstoken van het recht zijn of haar individualiteit ten volle uit te bouwen.
Opvallend is dat Castel pas de laatste jaren ook de etnische dimensie van ongelijkheid en sociale bescherming ontdekt en gaat uitwerken. Vertrekkend van zijn boek ‘La discrimination négative. Citoyens ou indigènes' uit 2007 schetst hij in dit boek de samenhang tussen de sociale kwestie nu, de ruimtelijke concentratie ervan in de (grote) steden en de etnische vraagstukken. Deze relatie werkt hij (in beperkte mate) uit in het hoofdstuk ‘Citoyenneté et altérité: le traitement differentiel des minorités ethniques en France'. Hij wijst er op hoe begrippen als integratie of insluiting en uitsluiting nog steeds worden gedefinieerd vanuit de positie van de dominante groepen in de samenleving, en nog onvoldoende vanuit gelijk burgerschap in een multi-etnische samenleving. Toch blijf ik in dit hoofdstuk op mijn honger. De groeiende ‘verkleuring' van armoede en de groeiende samenhang tussen etnische afkomst en een kwetsbare sociale positie wordt evenwel één van de belangrijkste sociale uitdagingen inzake sociale bescherming in de 21ste eeuw. Ook voor wie de sociale achterstelling niet wil culturaliseren, dwingt de etnische diversiteit om ook een structurele aanpak van sociale achterstelling te vertalen in aangepaste maatregelen op maat van diverse etnische groepen, bijvoorbeeld in het onderwijs.
Anders dan zijn vorige meer thematische boeken, wekt dit boek bijna het beeld van een ‘best of' van Robert Castel. Die opbouw op basis van (licht) herwerkte artikels laat de breedheid en de samenhang van zijn analyse zien. Tegelijk leidt het tot soms storende herhalingen: het boek had rustig korter kunnen zijn dan de ruim 450 pagina's nu. Toch is het als eerste kennismaking met Castel of als overzicht van zijn denken een aanrader. Slechts weinig auteurs lukken er in om sociale en economische ontwikkelingen de voorbije halve eeuw zo goed samen te ballen.
Vanuit de basiswaarden van de welvaartsstaat (en ook wel van de Franse republiek) bepleit Castel het behoud van collectieve vormen van sociale bescherming. Vertrekkend vanuit de sociale rechten van mensen als burgers argumenteert dit waarom het neoliberaal discours dat sociale zekerheid als duur, bureaucratisch of inefficiënt bestempeld, alleen maar tot meer onzekerheid, ongelijkheid en maatschappelijke kwetsbaarheid kan leiden. Wanneer we de volgende jaren de sociale zekerheid zullen moeten moderniseren, gebeurt dit rekening houdend met de budgettaire druk, de gevolgen van de economische crisis, demografische druk door de vergrijzing en de blijvende migratiestromen.
Tegenover al deze factoren die een discours van afbouw voeden, plaatst Castel het belang van een sterke sociale bescherming om mensen zich te laten ontplooien en om sociale rechten te kunnen waarmaken. Willen we sociale zekerheid en onze samenleving niet alleen efficiënter, maar ook sociaal rechtvaardiger maken, dan is er nood aan dergelijke kaders. Hoe we dit dan kunnen en moeten vertalen in concrete beleidsvoorstellen, blijft evenwel nog verder uit te werken.
Robert Castel, 2009. ‘La montée des incertitudes. Travail, protections, statut de l'individu'. Paris, Editions du Seuil, 460 p.
Dirk Geldof
Bron: http://www.dirkgeldof.be/onzekerheid_en_sociale_bescherming